1.9 vt zwakke werkwoorden en 2.9 gebiedende wijs

1.9 en 2.9 spelling


Zwakke werkwoorden in de verleden tijd en de gebiedende wijs
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.9 en 2.9 spelling


Zwakke werkwoorden in de verleden tijd en de gebiedende wijs

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen van 1.9 en 2.9

  1.  Ik kan de pv vt van zwakke werkwoorden in het enkelvoud juist spellen.
  2.  Ik kan de pv vt van zwakke werkwoorden in het meervoud juist spellen.
  3.     Ik kan de gebiedende wijs spellen

Slide 2 - Diapositive

Even herhalen...
1. Welke regel pas je toe bij de tegenwoordige tijd?
2. Hoe herken je of een werkwoord een sterk werkwoord is? ( 2 kernmerken)
3. Welke regel pas je toe bij de verleden tijd?
4. Kun je die regel toepassen op sterke werkwoorden?

Slide 3 - Diapositive

Sterk of zwak?

DENKEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 4 - Quiz

tennissen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 5 - Quiz

Schrijf 3 zwakke werkwoord op

Slide 6 - Carte mentale

Filmpje Talent 1.9
Kijk even mee.

Slide 7 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Voorbeelden

hele ww= Fietsen
Stam      = Fiets
-> Fietste(n

hele ww= Geloven
stam      = Gelov
-> Geloofde(n)

Slide 9 - Diapositive

Verhuizen
Noteer de stam
Noteer de vt van 'ik'

Slide 10 - Carte mentale

Verven
Noteer de stam
Noteer de vt van 'hij'

Slide 11 - Carte mentale

Lozen
Noteer de stam
Noteer de vt van 'jij'

Slide 12 - Carte mentale

Zeven
Noteer de stam
Noteer de vt bij 'het meisje'

Slide 13 - Carte mentale

Snap je het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage