Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
De beste wensen voor iedereen.
H4.3 Molberekeningen maken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt chemische berekeningen maken aan de hand van een reactievergelijking met Mol en massa door gebruik te maken van het periodiek systeem.
Slide 2 - Diapositive
Herhaling Van Mol naar gram
Hoeveel gram weegt 1 Mol H₂O ?
Bereken de molecuul massa van H₂O
Schrijf alle atoommassa's op van de aanwezige elementen. H = 1,008u x 2 = 2,016 u en O = 16,00 u 1 mol H₂O weegt dus 2,016 u + 16,00 u = 18,016 u = 18,016 gram
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
deel 2
stappen plan molverhouding
met reactievergelijking.
Slide 5 - Diapositive
Molverhoudingen
C₅H₁₂ + 4O₂ → 5CO₂ + 6H₂O
Deze reactievergelijking staat in verhouding met elkaar.
1 mol C₅H₁₂
4 mol O₂
5 mol CO₂
6 mol H₂O
De molverhouding is 1 : 4 : 5 : 6
Slide 6 - Diapositive
Om zwavelzuur (H₂SO₄) te maken kun je zwaveltrioxide laten reageren met water. Hoeveel gram zwavelzuur ontstaat er als je 300 gr water omzet in zwavelzuur?
Reactievergelijking opstellen en kloppend maken
SO3 + H2O ----> H2SO4
Molmassa Mw bepalen van de uitgangsstof H2O
Molmassa Mw = 18,01 u = 18,01 gram/Mol
Aantal Mol n uitgangsstof bepalen
n = 300 gr / 18,01 gram/Mol = 16,66 Mol H2O aanwezig
De molverhouding bepalen
1 : 1 : 1
Slide 7 - Diapositive
Om zwavelzuur (H₂SO₄) te maken kun je zwaveltrioxide laten reageren met water. Hoeveel gram zwavelzuur ontstaat er als je 300 gr water omzet in zwavelzuur?
Aantal Mol reactieproduct H2SO4
Molverhouding 1 :1 dus ook 16,66 Mol H₂SO₄
Molmassa Mw bepalen van het reactieproduct
H2SO4 = 2 x 1,008 + 1 x 32,06 + 4 x 15,999 = 98,072 gram/Mol
Aantal gram zwavelzuur (m) wat ontstaat is
Dus er is m = 98,072 gram/Mol x 16,66 Mol = 1634 gram zwavelzuur gevormd
Slide 8 - Diapositive
Bij ontleding van aluminiumoxide (Al₂O₃) onstaan aluminium en zuurstof. Hoeveel Aluminium ontstaat als je uitgaat van
50 g aluminiumoxide?
Reactievergelijking opstellen en kloppend maken
2 Al2O3 ----> 4 Al + 3 O2
Molmassa Mw bepalen van de uitgangsstof Al2O3
Molmassa Mw= 101,957 u = 101,957 gram/Mol
Aantal Mol n uitgangsstof bepalen
n = 50 gr / 101,957 gram/Mol = 0,49 Mol Al2O3 aanwezig
De molverhouding bepalen
2 : 4 : 3
Molverhouding 1 :1 dus ook 9,30 Mol H₂SO₄
Slide 9 - Diapositive
Bij ontleding van aluminiumoxide (Al₂O₃) onstaan aluminium en zuurstof. Hoeveel Aluminium ontstaat als je uitgaat van
50 g aluminiumoxide?
Aantal Mol reactieproduct Al
Molverhouding 2 : 4 is gelijk aan 1:2 dus 2x 0,49 Mol = 0,98 Mol Al
Molmassa Mw bepalen van het reactieproduct
Mw Al= 26,98 gram/Mol
Aantal gram aluminium wat m ontstaat is
Dus er is m = 26,98 gram/Mol x 0,98 Mol = 26,44 gram Aluminium gevormd
Bij de reactie tussen magnesium en zuurstof ontstaat een reactieproduct: magnesiumoxide, MgO(s). Men mengt 142 g magnesium hoeveel gram magnesiumoxide wordt er gevormd? RV: 2 Mg + O2 ---> 2 MgO
Slide 13 - Question ouverte
We verbranden 30 g methaan (CH₄). Hoeveel g CO₂ ontstaat er? RV: CH4 + 2O2 ----> CO2 + 2H2O
Slide 14 - Question ouverte
Bij de reactie tussen chroom en chloor ontstaat CrCl₃(s). Je hebt 20 gram chroom. Hoeveel g CrCl₃ ontstaat er? RV: Cr + Cl2 --> CrCl3
Slide 15 - Question ouverte
Je verbrand Cyclohexaan C₆H₁₂. Je hebt 30 gram Cyclohexaan. Hoeveel g CO₂ ontstaat er? RV: C6H12 + O2 --> CO2 + H2O
Slide 16 - Question ouverte
Ammoniumchloride NH₄Cl ontleed tot de elementen Je hebt 15 gram Ammoniumchloride. Hoeveel g Cl ontstaat er? RV: NH₄Cl --> N2 + H2 + Cl2
Slide 17 - Question ouverte
Op de camping verbrand je propaangas C₃H₈ volledig om je eten te koken, er ontstaat koolstofdioxide en water. Je hebt 50 gram propaangas. Hoeveel g H₂O ontstaat er? RV: C3H8 + O2 --> C02 + H2O
Slide 18 - Question ouverte
Bij een reactie tussen ammoniak en stikstofmonooxide ontstaat stikstof en water. Je hebt 25 gram ammoniak. Hoeveel g H₂O ontstaat er? RV: NH3 + NO --> N2 + H2O
Slide 19 - Question ouverte
Om salpeterzuur HNO₃ te maken moet je stikstofdioxide reageren met zuurstof en waterdamp. Je hebt 85 gram stikstofdioxide. Hoeveel gram HNO₃ ontstaat er? RV: NO2 + O2 + H2 --> HNO3