Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3.2 Chemische hoeveelheid (HW)
Chemisch rekenen (HW)
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Chemisch rekenen (HW)
Slide 1 - Diapositive
Rood goud is een legering van koper en goud waarin het aantal mol koper en goud gelijk is.
Bereken het massapercentage koper in rood goud.
Moeilijke opgaves uit het huiswerk
Slide 2 - Diapositive
Rood goud is een legering van
koper en goud
waarin het
aantal mol
koper en goud
gelijk
is.
Bereken het massapercentage koper in rood goud.
Moeilijke opgaves uit het huiswerk
Slide 3 - Diapositive
molaire massa M(Cu) = 63,55 g mol
−1
.
molaire massa M(Au) = 197,0 g mol
−1
.
Easy as abc
Slide 4 - Diapositive
molaire massa M(Cu) = 63,55 g mol−1.
molaire massa M(Au) = 197,0 g mol−1.
verklaar het verschil
Slide 5 - Question ouverte
molaire massa M(Cu) = 63,55 g mol
−1
.
molaire massa M(Au) = 197,0 g mol
−1
.
Ga uit van 1,000 mol koper en 1,000 mol goud.
Dan is de totale massa 63,55 g + 197,0 g = 260,6 g.
massapercentage koper = (massa koper : massa totaal) × 100% =
(63,55 g : 260,6 g) × 100,0% = 24,39 massa%
Easy as abc
Slide 6 - Diapositive
Deze uitleg over massa% helpt mij
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 7 - Sondage
Als wit kopersulfaat met water reageert, ontstaat blauw kopersulfaat. Per koperion en per sulfaation worden vijf watermoleculen gebonden.
CuSO
4
(s) + 5 H
2
O(l) → CuSO
4
· 5 H
2
O(s)
Een mol bestaat uit 6,0 ∙ 10
23
deeltjes.
a. Hoeveel mol watermoleculen zijn gebonden aan een mol kopersulfaat?
b. Hoeveel watermoleculen zijn dit?
Moeilijke opgaves uit het huiswerk
Slide 8 - Diapositive
Wat is je juiste reactievergelijking van de verbranding van methaan?
A
C
H
4
+
O
2
−
>
C
O
2
+
H
2
O
B
C
H
4
+
4
O
−
>
C
O
2
+
2
H
2
O
C
C
H
4
+
2
O
2
−
>
C
O
2
+
2
H
2
O
D
C
H
4
+
3
O
−
>
C
O
+
2
H
2
O
Slide 9 - Quiz
Wat is de molverhouding van de verbranding van methaan?
CH4 + 2 O2 -> CO2 + 2 H2O
A
1 : 2 : 1 : 2
B
1 : 4 : 1 : 2
C
1 : 1 : 1 : 1
D
1 : 3 : 1 : 2
Slide 10 - Quiz
Als wit kopersulfaat met water reageert, ontstaat blauw kopersulfaat. Per koperion en per sulfaation worden vijf watermoleculen gebonden.
CuSO
4
(s) + 5 H
2
O(l) → CuSO
4
· 5 H
2
O(s)
Een mol bestaat uit 6,0 ∙ 10
23
deeltjes.
a. Hoeveel mol watermoleculen zijn gebonden aan een mol kopersulfaat?
b. Hoeveel watermoleculen zijn dit?
Moeilijke opgaves uit het huiswerk
Slide 11 - Diapositive
CuSO4(s) + 5 H2O(l) → CuSO4 · 5 H2O(s)
Hoeveel mol watermoleculen zijn gebonden aan een mol kopersulfaat?
A
1
B
5
C
2
D
3
Slide 12 - Quiz
Als wit kopersulfaat met water reageert, ontstaat blauw kopersulfaat. Per koperion en per sulfaation worden vijf watermoleculen gebonden.
CuSO
4
(s) + 5 H
2
O(l) → CuSO
4
· 5 H
2
O(s)
Een mol bestaat uit 6,0 ∙ 10
23
deeltjes.
a. Hoeveel mol watermoleculen zijn gebonden aan een mol kopersulfaat?
b. Hoeveel watermoleculen zijn dit?
Moeilijke opgaves uit het huiswerk
Slide 13 - Diapositive
Deze uitleg over molverhoudingen helpt mij
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 14 - Sondage
Het lichaam van een zwemmer van 80 kg bevat onder andere 50 kg water, 1,2 kg calcium en 1 g vitamine C.
a. Bereken hoeveel mol water er in het lichaam van die zwemmer zit.
b. Bereken hoeveel mol calcium er in dat lichaam zit.
c. Bereken hoeveel mol vitamine C, C
6
H
8
O
6
, er in het lichaam van die zwemmer zit.
Vraag 20
Slide 15 - Diapositive
Blokschema chemisch rekenen
In het
blokschema
kun je de formules afleiden om van de ene grootheid naar de andere grootheid te rekenen.
Leer dit blokschema/formules uit je hoofd!
Het symbool voor de molaire massa is officieel alleen de hoofdletter M.
Slide 16 - Diapositive
Het lichaam van een zwemmer van 80 kg bevat onder andere 50 kg water, 1,2 kg calcium en 1 g vitamine C.
a. Bereken hoeveel mol water er in het lichaam van die zwemmer zit.
aantal mol water = (1,0000 × 50 ∙ 10
3
) : 18,015 = 2.775,5 mol;
in het juiste aantal significante cijfers 2,8 ∙ 10
3
mol water
Vraag 20
Slide 17 - Diapositive
Een onbekende stof heeft een molaire massa van 90,1 g/mol
De samenstelling van deze verbinding wordt in een laboratorium bepaald.
De stof blijkt blijkt te bestaan uit
- 40 massa% koolstof
- 6,7 massa% waterstof
- 53,3 massa% zuurstof
a: bereken hoeveel gram koolstof, waterstof en zuurstof in 1 mol van deze stof zit.
b: bereken hoeveel mol koolstofatomen, zuurstofatomen en waterstof atomen in een mol van deze stof zit.
Extra moeilijke opgaves uit het huiswerk
Slide 18 - Diapositive
Een onbekende stof heeft een molaire massa van 90,1 g/mol. Hoeveel weegt dan 1 mol van deze stof?
Slide 19 - Question ouverte
Als 1 mol van de stof 36 gram koolstof bevat. Hoeveel mol koolstof zit er dan in deze stof?
A
2,8 mol
B
3 mol
C
3,2 mol
D
6 mol
Slide 20 - Quiz
Als 1 mol van de stof 90,1 gram weegt en het massa% van koolstof is 40%. Hoeveel gram koolstof zit er dan in 1 mol van deze stof?
A
40 gram
B
36 gram
C
50 gram
D
64 gram
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
5.3 Rekenen aan reacties (deel 1)
Avril 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
V4 5.3 Rekenen aan reacties
Avril 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
V4 5.3 Rekenen aan reacties
Mars 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5.3 Rekenen aan reacties (deel 1)
Mars 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
De mol herhaling
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H4.3 Zouthydraten
Mai 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H1.4 Rekenen aan reacties
Septembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
V4 5.3 Rekenen aan reacties
Mars 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4