Examentraining mavo tijdvak 3 2022 tekst 4 toetsen verdrijven onze pen

Examentraining mavo tijdvak 3 2022 tekst 4 toetsen verdrijven onze pen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examentraining mavo tijdvak 3 2022 tekst 4 toetsen verdrijven onze pen

Slide 1 - Diapositive

Werkwijze: 
Je leest zelfstandig de tekst.
Kleur belangrijke zinnen.
Maak in tweetallen de vragen. 

Slide 2 - Diapositive

Werkwijze: 
- Overleg in groepjes.
- Leg duidelijk uit waarom je voor een antwoord hebt gekozen. 
- Kies samen de beste antwoorden. 

Slide 3 - Diapositive

Vraag 25.
De tekst wordt ingeleid door:

Slide 4 - Question ouverte

Vraag 26.
Wat zou volgens alinea 4 een reden zijn om dat juist niet te doen?

Slide 5 - Question ouverte

Vraag 27.

Waarom onthouden studenten de leerstof beter als zij met de hand schrijven?
Citeer één van deze twee zinnen uit alinea 5.

Slide 6 - Question ouverte

Vraag 28.

Waarom is dat zo, volgens haar?
A
Studenten hebben een zeer laag taalniveau.
B
Studenten maken meer spelfouten dan vroeger.
C
Studenten schrijven alleen nog maar korte , digitale berichten.
D
Studenten zijn niet meer gewend om te schrijven.

Slide 7 - Quiz

Vraag 29.

Wat is het verband tussen alinea 6 en alinea 7?

Alinea 7
A
geeft een verklaring voor wat in alinea 6 staat.
B
geeft een voorbeeld bij wat in alinea 6 wordt beweerd.
C
is een tegenstelling bij de informatie in alinea 6.
D
vormt samen met alinea 6 een opsomming.

Slide 8 - Quiz

Vraag 30.

Welke vijf voordelen van typen noemt hij in alinea 8.

Slide 9 - Question ouverte

Vraag 31.

Vat de redenen samen die hiervoor in alinea 10 worden genoemd.
Gebruik maximaal 30 woorden.

Slide 10 - Question ouverte

Vraag 32.

Wat is het verband tussen alinea 10 en alinea 11?
A
Alinea 11 bevestigt de informatie uit alinea 10.
B
Alinea 11 geeft uitleg bij alinea 10.
C
Alinea 11 is een aanvulling op alinea 10.
D
Alinea 11 vormt een tegenstelling met alinea 10.

Slide 11 - Quiz

Vraag 33.

Alinea 12 is het slot van deze tekst. Welke functies heeft deze alinea?
Het slot geeft...
A
een aanbeveling en een samenvatting.
B
een aanbeveling en een conclusie.
C
een conclusie en een persoonlijke opvatting.
D
een samenvatting en een persoonlijke opvatting.

Slide 12 - Quiz

Vraag 34.

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Er wordt steeds meer getypt, maar of het handschrift zal verdwijnen, is onduidelijk.
B
Het toetsenbord neemt een steeds belangrijkere plaats in het onderwijs in.
C
Studenten die met de hand schrijven, blijken lesstof beter te onthouden.
D
Typen is vooral belangrijk voor mensen met motorische coordinatieproblemen.

Slide 13 - Quiz

Vraag 35.

Bij welke deskundige past onderstaande uitspraak:

"Hoewel het belangrijk blijft om goed met de hand te kunnen schrijven, is typen een niet meer weg te denken vaardigheid in de huidige maatschappij."
A
Daniel Oppenheim (alinea's 5 en 12)
B
Ana del Carmen del Pino (alinea 6)
C
Meredith Cicerchia (alinea's 9 en 10)
D
Sarah Fernandez (alinea 11)

Slide 14 - Quiz