HBM §3.1 Dictatuur in Rusland en Italië - mavo

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Inleveren tijdbalk

1. Verwerk de jaartallen en informatie in de tijdbalk. (8 -10)

2. Zet de illustraties bij de juiste info in de tijdbalk.

3. Vrolijk de tijdbalk op. Gebruik kleuren etc.

Klaar? 

Lees H3.1

Leer begrippen kennisoverzicht

H3 Het Interbellum (1918-1939)

   §3.1 Dictatuur in Rusland en Italië

Deze les:

1. Aantekening Triple Entente 
2. Herhaling 3.1
3. Filmpje Mussolini en het Fascisme 
4. Oefenen, oefenen, oefenen (van 3.1)

Doel van de les:

3.1 gesnipt, gesnapt, gesnopen!!

Kennis en Inzicht

- De leerlingen kunnen de oorzaken en gevolgen van de Eerste Wereldoorlog uitleggen.

- De leerlingen kunnen de economische en sociale impact van de beurskrach in 1929 beschrijven.

- De leerlingen kunnen uitleggen hoe totalitaire staten, zoals nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie, hun macht vergrootten en behielden.

- De leerlingen kunnen de belangrijkste kenmerken van het Verdrag van Versailles benoemen en analyseren hoe deze bijdroegen aan de spanningen in Europa.

- De leerlingen kunnen het concept appeasementpolitiek uitleggen en het effect ervan op de internationale verhoudingen beschrijven.

Vaardigheden

- De leerlingen kunnen primaire bronnen analyseren en vergelijken, zoals propagandaposters of speeches uit de periode 1914-1939.

- De leerlingen kunnen historische gebeurtenissen uit deze periode plaatsen op een tijdlijn en de onderlinge verbanden verklaren.

- De leerlingen kunnen argumenten geven voor en tegen de democratische keuzes in de Weimarrepubliek en deze vergelijken met moderne democratische systemen.

- De leerlingen kunnen historische kaften of illustraties uit de methode gebruiken om oorzaken en gevolgen van grote gebeurtenissen te visualiseren.

Tijdbalk - einde oorlog

Maak de tijdbalk kloppend

Februarirevolutie

Tsaar treed af

Communisme aan de macht olv Lenin

Lenin sluit vrede met Centralen

Duitse soldaten naar het westen

Wapenstilstand

1917

1918

Communisme

Welk begrip past het beste bij de foto?

1. Lenin
2. Februari revolutie
3. Communisten
4. Tsaar

Welke leider hoort er niet bij?

1. Lenin
2. Stalin
3. Hitler
4. Mussolini

§3.1 Dictatuur in Rusland en Italië

Het ontstaan van de Sovjet Unie

• 
  
• 1917 Russische Revolutie --> Lenin a/d macht
  
• --> Sticht Sovjet Unie  in 1922
  
•  
•  Wilden:
• - Klassenloze samenleving
• - Geen kapitalisme
• - Gelijkheid in bezit

Welk woord weg?

1. Rijk
2. Arbeiders
3. Revolutie
4. Klassenloos

Welk woord weg?

1. Communisme
2. Dictator
3. Poetin
4. Lenin

§3.1 Dictatuur in Rusland en Italië

Dictatuur in de Sovjet Unie

• 1924 Stalin aan de macht
• --> Wilt industrie staat d.m.v. Planeconomie/vijfjarenplan
•  

Welke twee gevolgen had de planeconomie voor de Sovjetunie?

§3.1 Dictatuur in Rusland en Italië

Dictatuur in de Sovjet Unie

• 1924 Stalin aan de macht
• --> Wilt industrie staat dmv Planeconomie/vijfjarenplan
•  
• Gevolgen:
• - Collectivisatie --> verzet en hongersnood
• - Industrialisatie

Wat is een totalitaire staat?

1. De staat bepaalt wat je denkt en hoe je doet
2. De staat bepaalt wat je eet en hoe je doet
3. Je bepaalt zelf wat je denkt en hoe je doet
4. Een democratie met een grondwet

Welke totalitaire staten ken je nog meer?

§3.1 Dictatuur in Rusland en Italië

• Stalin zet Stalinisme meer.
•  
•  Kenmerken:
• - Planeconomie/vijfjarenplan
• - Indoctrinatie  
• - propaganda
• - Totalitaire staat
• - Dwangarbeid
• - Showprocessen
• - Zuiveringen
• - Persoonsverheerlijking

Welk kenmerk van
het Stalinisme zie je hier?

Welke begrip hoort hier bij?

1. Geheime politie
2. Dwangarbeid
3. Propaganda
4. Persoonsverheerlijking

Fascisme

§3.1 Dictatuur in Rusland en Italië

Dictatuur in Italië

• 1922 Mussolini a/d macht in Italië
• --> Zet fascisme neer
• - Dictatuur
• - Propaganda
• - Censuur
• - Geweld

Noem een verschil tussen het fascisme en het communisme.

Noem een verschil tussen het fascisme en het het nationaal-socialisme.

Aan de slag met 3.1!

Oefenen, oefenen, oefenen:

- Leerstof bestuderen

- Begrippen leren met flashcards (Online Slagen)

- Elkaar overhoren

- Examenvragen maken (Online slagen of examenblad.nl) 

H3 Het Interbellum (1918-1939)

   §3.3 Crisis en politiek in Nederland

Terugblik

--> Verdrag van Versailles
--> 1923
--> Economische crisis 
--> Machtigingswet
--> Hitler

Vensterplaat

Na het zien van de plaat:
Hoe stond Nederland er tijdens het Interbellum voor?

§3.3 Crisis en politiek in Nederland

Crisis en samenleving

• Jaren '30 crisistijd:
• - Veel werkloosheid
• - Weinig steun overheid --> Stempelen

Wat hoort niet bij de aanpassingspolitiek?

1. Niet meer uitgeven dan er binnenkomt
2. Werkverschaffingsprojecten
3. Gouden standaard
4. Inversteren in bedrijven

§3.3 Crisis en politiek in Nederland

Crisis en samenleving

• M-P H. Colijn
•  
•  Aanpassingspolitiek:
• - Niet meer uitgeven van binnenkomt
• - Bezuinigen 
• - Vasthouden aan Gouden Standaard
• - Werkverschaffingsprojecten

§3.3 Crisis en politiek in Nederland

Crisis en politiek

• Door crisis opkomst NSB olv A. Mussert
•  Met WA
•   
•  Nazi-Dui. = het voorbeeld

Waardoor sprak de boodschap van de NSB veel mensen aan?

§3.3 Crisis en politiek in Nederland

Crisis en politiek

• Eind jaren '30
• Nederland neutraliteitspolitiek
•  - Kost te veel geld
•  
•  Toch mobilisatie in 1940
• NL had verouderd leger

In de prent is een mening te herkennen over het Verdrag van Versailles. Welke mening is te herkennen in de prent?

1. De politieke leiders helpen Duitsland om de vredesvoorwaarden te accepteren.
2. De politieke leiders leggen Duitsland zonder te onderhandelen zware vredesvoorwaarden op.
3. Duitsland voelt zich schuldig over de oorlog en accepteert de zware vredesvoorwaarden.
4. Duitsland wil doorvechten en accepteert daarom de vredesvoorwaarden niet.

In het Verdrag van Versailles stond dat Duitsland een gebied aan de grens moest demilitariseren. Er mochten geen Duitse soldaten meer aanwezig zijn in dat gebied.

Welk gebied moest worden gedemilitariseerd?

1. gebied 1
2. gebied 2
3. gebied 3
4. gebied 4

In de spotprent komt een mening naar voren over de aanpak van de economische crisis door de Nederlandse regering.

Welke mening over de aanpak van de economische crisis is in de tekening te herkennen?

1. een negatieve mening, want de werklozen verdedigen zichzelf tegen de maatregelen van Colijn
2. een negatieve mening, want er wordt niet genoeg geld besteed aan de bestrijding van de werkloosheid
3. een positieve mening, want Colijn wordt afgebeeld als een sterke leider die de werkloosheid zal verslaan
4. een positieve mening, want er wordt zestig miljoen besteed om de werkloosheid te bestrijden

Welke verkiezingsposter hoort bij de politieke partij van Anton Mussert?

1. poster 1
2. poster 2
3. poster 3
4. poster 4

Blijkt uit de bron dat de NSB het eens of oneens is met de aanpak van de crisis door de regering? En waaruit blijkt dat?

1. eens, want de NSB geeft de Joden de schuld van de werkloosheid
2. eens, want de NSB is op dat moment een regeringspartij
3. oneens, want de NSB wil de werkloosheid aanpakken
4. oneens, want de NSB wil niet ingrijpen bij een economische crisis