Gezondheidsles

Waar denk je aan bij het woord:
GEZONDHEID?
1 / 33
suivant
Slide 1: Question ouverte
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij het woord:
GEZONDHEID?

Slide 1 - Question ouverte

Wat kun je verwachten?
  • Waaruit bestaat je gezondheid?
  • Wat kost je energie? Wat geeft je energie?
  • Informatie & tips over:

slapen, eten, drinken en bewegen.


Slide 2 - Diapositive

Waar krijg je energie van?

Slide 3 - Question ouverte

Wat kost je energie?

Slide 4 - Question ouverte

Slapen

Slide 5 - Diapositive

Slaap is erg belangrijk voor iedereen...
Tijdens je slaap maak je namelijk groeihormonen aan, waardoor je dus letterlijk groeit. Slapen is een soort grote schoonmaak van wat je overdag allemaal hebt meegemaakt, je verwerkt alle prikkels en indrukken.

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel slaap heb je nodig als je tussen de 10 en 21 jaar oud bent?
A
5-6 uur
B
7-8 uur
C
9-10 uur
D
11-12 uur

Slide 7 - Quiz

En slaap jij voldoende?
Je kunt anders last krijgen van:
  • Niet kunnen onthouden  
  • Concentratievermogen  
  • Reactievermogen   
  • Kom niet goed uit je woorden  
  • Waarnemingsfouten   
  • Fysiek onhandiger  
  • Sneller emotionele reactie 
  • Niet kunnen onthouden

  • Concentratievermogen
  • Reactievermogen  
  • Kom niet goed uit je woorden
  • Waarnemingsfouten  
  • Fysiek onhandiger 
  • Sneller emotionele reactie  
  • Eerder ziek  
  • Focus 
  • Moe 
  • Negatiever 
  • Neerslachtig 
  • Eerder Stress  
  • Vluchten 
  • Sneller geblesseerd 
  • Slaap of andere pillen! 
  • Minder goed kunnen leren 
  • Afzonderen 

Slide 8 - Diapositive

Wil je betere cijfers halen in de toekomst?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Als je voldoende uren slaapt...
Dan is je geheugen beter en kun je dus beter dingen onthouden, waardoor je dus ook weer betere cijfers gaat halen.

Slide 10 - Diapositive

Door alcohol slaap je beter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Alcohol, drugs, melatonine zijn slecht voor je slaap...

Omdat ze je slaapcyclus verstoren, je slaapt minder diep en bent dus minder goed uitgerust.

Slide 12 - Diapositive

Beeldschermen kun je het beste vermijden voordat je gaat slapen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Beeldschermen zorgen voor blauw licht...
Blauw licht is licht wat ervoor zorgt, dat je wakker blijft. Als je 1 tot 1,5 uur voor het slapen gaan niet meer op je telefoon, achter de tv zit, dan zul je beter en dieper slapen en ben je meer uitgerust, dan wanneer je dit wel doet. Het beste is ook om je mobieltje NIET mee naar bed te nemen, door het licht (en geluid) zul je ook weer eerder wakker worden.

Slide 14 - Diapositive

Wat kun je het beste doen 1 tot 1,5 uur voor het slapen?
A
Geen beeldschermen meer bekijken
B
Op je mobiel
C
TV kijken
D
Gamen

Slide 15 - Quiz

Voordat je gaat slapen...
Licht uit
Geen beeldschermen
Rust in je hoofd
Geen suiker / caffeïne
Ontspan (evt. ontspanningsoefeningen)

Slide 16 - Diapositive

Als je wakker wordt...
Direct uit je bed
Licht
Lichaam wakker maken
Douchen
Ontbijt

Slide 17 - Diapositive

Eten & drinken

Slide 18 - Diapositive

Vochttekort is energieverlies

0,03 L/kg lichaamsgewicht

Dorst = te laat

Hoe drink je voldoende:

  • Flesje op bureau
  • Bij elke maaltijd
  • In elke pauze

Slide 19 - Diapositive

Waarom moet je eten?
A
Om energie te krijgen
B
Om gezond te blijven
C
Om te groeien
D
Om te herstellen

Slide 20 - Quiz

Wat moet je eten?

Waarom moet je jezelf voeden met goede voedingsstoffen?

Als je in een benzineauto diesel tankt, dan zal deze ook niet meer rijden.

Slide 21 - Diapositive

Wat moet je dagelijk eten?

Slide 22 - Question ouverte

Wie mogen meer eten?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 23 - Quiz

Hoeveel heb je nodig? (jongens)

250g groente

2 porties fruit

6-8 bruine/volkoren boterhammen

6 opscheplepels volkoren graanproducten

of 6 aardappels

1 portie vlees/vis/peulvruchten/ei

25g noten

4 porties zuivel

40g kaas

55g smeer- en bereidingsvetten

0,03 L/kg lichaamsgewicht vocht

Slide 24 - Diapositive

Hoeveel heb je nodig? (meisjes)

250g groente

2 porties fruit

4-5 bruine/volkoren boterhammen

4-5 opscheplepels volkoren graanproducten of 4-5 aardappels

1 portie vlees/vis/peulvruchten/ei

25g noten

3 porties zuivel

40g kaas

40g smeer- en bereidingsvetten

0,03 L/kg lichaamsgewicht vocht

Slide 25 - Diapositive

Sport

Slide 26 - Diapositive

Waarom beweeg je?

Slide 27 - Question ouverte

Waarom bewegen?
  • Gewicht
  • Voorkomen ziektes
  • Positieve invloed humeur
  • Vergroot zelfvertrouwen
  • Beter slapen
  • Meer energie
  • Meer weerstand

Slide 28 - Diapositive

Wat kun je het beste doen bij stress?
A
Op je mobiel
B
Bewegen
C
Slapen
D
Eten

Slide 29 - Quiz

Waarom moet je bewegen bij stress?

Als je stress hebt, komt er een stofje vrij (cortisol) waardoor je de stress blijft voelen. Als je gaat bewegen, maak je ook stofjes aan, onder andere adrenaline, dit zorgt ervoor dat het cortisol weer wordt afgebroken.

Stress + sporten = minder stress!

Daarnaast wordt je weer scherper en alerter door te bewegen.

Slide 30 - Diapositive

Wat heb je geleerd over slapen?

Slide 31 - Question ouverte

Wat heb je geleerd over eten & drinken

Slide 32 - Question ouverte

Wat heb je geleerd over bewegen?

Slide 33 - Question ouverte