Je weet hoe je een woordspin kan maken.
Je weet hoe je een schema kan gebruiken om te leren.
Je weet hoe je door te tekenen kan leren voor een toets.
Je weet dat je een samenvatting kan maken om je zo voor te bereiden voor een toets.
Je weet dat je een toets samen met iemand anders kan voorbereiden.
Je weet dat je voldoende moet ontspannen om te leren voor een toets.