3.4 Wat speelt er op de arbeidsmarkt?

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je boek en schrift
  • Pak Lesson-up erbij en
      log al vast in
timer
3:00
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Pak je boek en schrift
  • Pak Lesson-up erbij en
      log al vast in
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Korte herhaling paragraaf 3.3
  • Leerdoelen vandaag
  • Uitleg paragraaf 3.4 
    "wat speelt er op de arbeidsmarkt"
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Homogene producten



Heterogene producten


 
 Producten zijn exact gelijk
 Prijs en service zijn bepalend.

  
Producten met kleine verschillen ten opzichte van de concurrent.
Status, merk, specifieke kenmerken zijn bepalend.
Welk type producten kennen we

Slide 3 - Diapositive

Homogeen: Witte Suiker, Graan, Houtskool

Heterogene producten: cola, Smartphone
Marktvormen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een Heterogeen Product

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk product is niet heterogeen
A
Kleding
B
Banaan
C
Cola
D
Auto

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij Monopolistiche concurrentie is sprake van:
A
Heterogene producten en veel aanbieders
B
Homogene producten en weinig aanbieders
C
Homogene producten en veel aanbieders
D
Heterogene producten en weinig aanbieders

Slide 7 - Quiz

Restaurant de Walrus in Leeuwarden
Wat is het verschil en de overeenkomst tussen een Monopolie en Volkomen Concurrentie?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je:
  • De aanbodzijde en vraagzijde van de arbeidsmarkt beschrijven
  • Werkgelegenheid in personen en in arbeidsjaren uitdrukken
  • Het verschil aangeven tussen conjuncturele -en structurele werkloosheid.
  • Loonvorming beschrijven en uitleggen wat er gebeurt bij het instellen van minimumloon.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions




Aanbod van Arbeid
(Die werk zoeken; jij biedt je aan voor arbeid)


Werknemer



Vraag naar Arbeid
(Die personeel nodig hebben; de werkgevers vragen naar personeel)

Werkgever
3.4  Wat speelt er op de Arbeidsmarkt?

Slide 11 - Diapositive

Aanbod is dus ook de werknemer die al een baan heeft. (kan wisselen)
Aanbodkant - Beroepsbevolking
Mensen die werk zoeken vormen samen het arbeidsaanbod
Beroepsbevolking bestaat uit :
  • Alle personen die betaald werk hebben
  • Die geen werk hebben, dit recent hebben gehad of naar hebben gezocht en die direct beschikbaar zijn
  • In de leeftijd van 15-75 jaar 

Slide 12 - Diapositive

Scholieren behoren dus niet tot de beroepsbevolking
Werkloos
AO
Werkloos

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Onbenut arbeidspotentieel : (Semi) Werklozen en deeltijdwerkers die meer kunnen en willen werken.
Vraagkant - Werkgelegenheid
Alle arbeidsplaatsen samen bij:

  • Bedrijven 

  • Overheid

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Uitgedrukt in Personen
  • Niet iedereen Full Time
    (Deeltijdbanen)
  • Aantal mensen dat werkt




Uitgedrukt in Arbeidsjaren
  • Werk dat één persoon gedurende een jaar kan verrichten die Full Time werkt
Werkgelegenheid

Slide 16 - Diapositive

Zie hierbij het voorbeeld halverwege blz 83
Voorbeeld (blz.83 Boek)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkloosheid
Aanbod > Vraag
Oorzaken:
  • Groeiende bevolking
  • Vergrijzende bevolking
  • Toename van het aantal werkende vrouwen
  • Immigratie (emigratie)
  • Arbeidsongeschiktheid

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conjuncturele werkloosheid

  • Vraag naar producten daalt
    => Vraag naar arbeidskrachten daalt ook
Structurele werkloosheid

  • Activiteiten verplaatsen naar een ander land
  • Handenarbeid vervangen door machines **

    **actueel: werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt

Slide 19 - Diapositive

Mooi voorbeeld hoe machines helpen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen begeleiden in het werk

Vraag naar zonnepanelen daalt
Eerst goedkoper- later niet meer maken
Loonvorming
Hoger loon => Meer Aanbod van arbeid
Lager loon  => Meer vraag naar arbeid

Loon in evenwicht
Als de vraag naar arbeid en het aanbod gelijk aan elkaar zijn

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Minimumloon


Bij Lage lonen nog steeds mensen die zich aanbieden op de arbeidsmarkt.
Te Laag => Bescherming tegen uitbuiting door de overheid
 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen stijging minimumloon

  • Arbeid wordt te duur voor werkgever
  • Zoekt naar oplossingen door mechanisatie
  • Zoekt naar oplossingen door outsourcing (buitenland)

  • Uitkeringen gaan omhoog

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Maken:  
  • Havo: Opgave 39 , 41, 42, 43, 44 
      en 46
  • VWO: 
      Vragen bij het gestuurde artikel 
      "Aantal zelfstandigen in de zorg....."
        Daarna  Opgave 39 t/m 47
         (40 Niet) 



timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je:
  • de aanbodzijde en de vraagzijde van de arbeidsmarkt beschrijven.
  • Werkgelegenheid in personen en in arbeidsjaren uitdrukken
  • Het verschil aangeven tussen conjuncturele -en structurele werkloosheid.
  • Loonvorming beschrijven en uitleggen wat er gebeurt bij het instellen van minimumloon.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met het arbeidsaanbod?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Door verhoging van het minimumloon investeren bedrijven vaker in machines
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindvraag?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions