Grieks examentraining 24-04-2024
1 / 32
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar gaat de tekst
'Drie geslachten' over?
'Drie geslachten' over?
timer
1:00
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
ὁμοια παντῃ (11)
Waar horen deze woorden bij?
Citeer het grieks.
Waar horen deze woorden bij?
Citeer het grieks.
timer
2:00
Slide 4 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Bolmensen' over?
'Bolmensen' over?
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Aristophanes onderscheidt drie kenmerkende verschillen tussen de menselijke φυσις van
vroeger en de huidige. Welke drie zijn dat?
vroeger en de huidige. Welke drie zijn dat?
timer
2:00
Slide 7 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Zeus heeft een plan' over?
'Zeus heeft een plan' over?
timer
1:00
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
ασθενεστεροι εσονται (42)
Leg uit waarom dit een van de
doelstellingen van de goden is
Leg uit waarom dit een van de
doelstellingen van de goden is
timer
1:30
Slide 10 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Apollo voert het uit' over?
'Apollo voert het uit' over?
timer
1:00
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Ταυτα t/m θριξιν
Noteer het beeld, het afgebeelde en het
punt van overeenkomst voor deze vergelijking
Noteer het beeld, het afgebeelde en het
punt van overeenkomst voor deze vergelijking
timer
2:30
Slide 13 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Een tweede ingreep' over?
'Een tweede ingreep' over?
timer
1:00
Slide 14 - Question ouverte
συνῃει, απεθνῃσκον
Leg uit waarom hier het imperfectum wordt gebruikt. Ga bij je antwoord in op de context!
Leg uit waarom hier het imperfectum wordt gebruikt. Ga bij je antwoord in op de context!
timer
2:30
Slide 15 - Question ouverte
In deze tekst zijn twee verschillende
stijlmiddelen te vinden. Benoem de twee stijlmiddelen en citeer/markeer het grieks.
stijlmiddelen te vinden. Benoem de twee stijlmiddelen en citeer/markeer het grieks.
timer
3:00
Slide 16 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Vrouwen in de liefde' over?
'Vrouwen in de liefde' over?
timer
1:00
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
το αυτου εκαστος συμβολον
Wat probeert de schrijver te benadrukken met dit opvallende hyperbaton?
Wat probeert de schrijver te benadrukken met dit opvallende hyperbaton?
Slide 19 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Echte mannen' over?
'Echte mannen' over?
timer
1:00
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
ὁ τοιουτος
Citeer/markeer een grieks tekstelement uit r. 88-94
dat aangeeft wie/wat hiermee wordt bedoeld
Citeer/markeer een grieks tekstelement uit r. 88-94
dat aangeeft wie/wat hiermee wordt bedoeld
timer
2:00
Slide 22 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'De ware liefde' over?
'De ware liefde' over?
timer
1:00
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
αλλ αλλο τι t/m αινιττεται
Gerard Koolschijn vertaalt deze woorden als volgt:
Het is duidelijk dat zij allebei een andere, innerlijke behoefte hebben, die ze niet onder woorden
kunnen brengen, maar waarvan hun raadselachtige gevoelens een aanduiding zijn.
1. Citeer het griekse tekstelement waarop Koolschijn de vertaling 'innerlijke behoefte' baseert.
2. Citeer het griekse tekstelement waarop Koolschijn de vertaling 'raadselachtige gevoelens' baseert.
Gerard Koolschijn vertaalt deze woorden als volgt:
Het is duidelijk dat zij allebei een andere, innerlijke behoefte hebben, die ze niet onder woorden
kunnen brengen, maar waarvan hun raadselachtige gevoelens een aanduiding zijn.
1. Citeer het griekse tekstelement waarop Koolschijn de vertaling 'innerlijke behoefte' baseert.
2. Citeer het griekse tekstelement waarop Koolschijn de vertaling 'raadselachtige gevoelens' baseert.
timer
5:00
Slide 25 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Het ultieme doel' over?
'Het ultieme doel' over?
timer
1:00
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Diapositive
απορουντας
Waarom kunnen ze Hephaestus geen
antwoord geven op zijn vraag?
Waarom kunnen ze Hephaestus geen
antwoord geven op zijn vraag?
timer
1:30
Slide 28 - Question ouverte
Waar gaat de tekst
'Pas op! Het kan erger!' over?
'Pas op! Het kan erger!' over?
timer
1:00
Slide 29 - Question ouverte
Slide 30 - Diapositive
ευσεβειν περι θεους
In regel 126 t/m 131 heeft Aristophanes twee keer
het tegendeel aangeduid. Citeer de griekse
tekstelementen waarmee hij dat heeft gedaan.
In regel 126 t/m 131 heeft Aristophanes twee keer
het tegendeel aangeduid. Citeer de griekse
tekstelementen waarmee hij dat heeft gedaan.
timer
2:00
