H4 MM les 15 uitleg 7.1

Welkom
Programma:
- Leerdoelen
- Bespreken casus 7.1
- 7.1 Uitleg Oorzaken en gevolgen industriele revolutie
- Opdracht
- Huiswerk

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom
Programma:
- Leerdoelen
- Bespreken casus 7.1
- 7.1 Uitleg Oorzaken en gevolgen industriele revolutie
- Opdracht
- Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  •  de factoren noemen die bijdroegen aan de groei en verandering van de Britse economie vanaf 1750;
  • een aantal economische en sociale gevolgen van de industriële revolutie noemen
  • met behulp van de begrippen ‘(modern) kapitalisme’ en ‘economisch liberalisme’ uitleggen dat erop economisch gebied sprake was van verandering.

Slide 2 - Diapositive

7.1 De industriele revolutie

Slide 3 - Diapositive

Waar, met welke middelen en door wie werd begin 19e eeuw katoen geproduceerd?

Slide 4 - Question ouverte

Noem enkele gevolgen van fabriek van Arkwright

Slide 5 - Carte mentale

OPDRACHT:
Kijk het filmpje over oorzaken van de industriele revolutie. Daarna krijg je een opdracht.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Zet in de juiste volgorde. Alleen de cijfers:
1. bevolkingsgroei
2. steden
3. technische verbeteringen in de landbouw
4. stoommachine
5. stoomtreinen
6. textielindustrie

Slide 8 - Question ouverte

Pak je boek erbij. Blz. 155 en verder.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

vrijemarkteconomie hoort bij
A
modern kapitalisme
B
mercantilisme
C
gilden

Slide 20 - Quiz

Uitspraken juist of onjuist?
A. Volgens Adam Smith zou economische vrijheid leiden tot meer welvaart voor iedereen.
B. Adam Smith vond dat de overheid het mechanisme van vraag en aanbod moest regelen.
A
Beide uitspraken zijn onjuist.
B
A is juist en B is onjuist.
C
B is juist en A is onjuist.
D
Beide uitspraken zijn juist.

Slide 21 - Quiz

HUISWERK
Leer H7.1 inclusief begrippen
Maak: op MemoMax online: 7.1 opdrachten 4 t/m 8

Slide 22 - Diapositive