Klaas verkoopt zonnebrillen voor €1.00 per stuk. Hij verkoopt in een jaar 5.000 stuks. De zonnebrillen hebben een inkoopwaarde van €550.000. De bedrijfskosten zijn in dat jaar €400.000. Geef de berekening van de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat
a De omzet is: 5.000 × € 100 = € 500.000
b De brutowinst is: € 500.00 – € 300.000 = € 200.000
c Het nettoresultaat is: € 200.000 – € 250.000 = -€ 50.000 het is een negatief getal, dus een verlies