Weer en klimaat

Welkom! 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 

Slide 1 - Diapositive

Klimaat

Slide 2 - Carte mentale

Aan het eind van deze les kan je....
- uitleggen welke twee factoren verschillende klimaten veroorzaken.
- uitleggen welke drie factoren invloed hebben op de temperatuur binnen een klimaat.
- de verschillende klimaten die er op de aarde zijn benoemen.
- klimaten herkennen op basis van een afbeelding.
- Landschapskenmerken aan een klimaat koppelen.

Slide 3 - Diapositive

Verschil weer & klimaat
Het weer en klimaat zijn twee verschillende dingen. Het weer is de temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment. Het klimaat is hoe het weer meestal is in een bepaald land of gebied. Het is het gemiddelde, gemeten over een langere periode. Ze meten dan bijvoorbeeld dertig jaar lang de temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag, bewolking en wind. 

Slide 4 - Diapositive

Temperatuur
Neerslag

Slide 5 - Diapositive

Temperatuur
  • Breedteligging.
  • Reliëf -> verschil in hoogte.
  • Invloed van de zee.

Slide 6 - Diapositive

Breedteligging
  • Afstand tot aan de evenaar.
  • Evenaar is het middelpunt op aarde (op 0 graden).
  • Zon schijnt recht op de evenaar -> grote invalshoek.
  • Noordpool ligt in het zuiden (op 90 graden)
  • Kleine invalshoek en moet een groter oppervlak verwarmen.

Slide 7 - Diapositive

Relië
  • Hoogteverschillen zorgen voor schaduw.
  • Aardoppervlak wordt hierdoor niet verwarmd.
  • De aarde verwarmt de lucht.
  • Bovenop de berg is er weinig aarde. 
  • Hoe hoger hoe kouder.
  • De temperatuur daalt als je omhoog gaat.

Slide 8 - Diapositive

De zee
  • Water (de zee) verandert minder snel van temperatuur.
  • In de zomer -> koele lucht.
  • In de winter -> warme lucht.
  • West Europa -> vaak wind vanaf de zee.
  • Landen die niet aan de zee liggen hebben strenge winters en warme zomers.


Slide 9 - Diapositive

Neerslag
  • Soorten neerslag: regen, hagel, sneeuw, dauw en ijzel.
  • Water komt voor als vloeistof, water, als vaste stof, ijs of sneeuw, en als gas, onzichtbare waterdamp.
  • Afhankelijk van de temperatuur welke vorm van neerslag er valt.

Slide 10 - Diapositive

Soorten regen

  • Lucht botst tegen de berg en gaat omhoog -> stuwingsregen.
  • Warme lucht stijgt op -> bij de evenaar -> stijgingsregen.
  • Warme en koude lucht botsen met elkaar -> warme lucht gaat omhoog -> frontale regen.


Deze laatste vorm komt ook in Nederland voor.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Vijf klimaatzones
  • Tropisch klimaat (A). 
  • Droog klimaat (B).
  • Gematigd klimaat (C).
  • Landklimaat (D).
  • Poolklimaat (E).

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Instructie
  • Open Microsoft Teams.
  • Open het google earth bestand.
  • Maak de opdracht stap voor stap.
  • Vul de antwoorden in op het google forms formulier.
  • Als je alle vragen beantwoord hebt klik dan op verzenden. 


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 17 - Question ouverte

Klimaatzones lopen netjes in mooie rechte lijnen van oost naar west.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De afstand van het gebied (land) tot aan de evenaar bepaald grotendeels wat voor klimaat er in dat land is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Poolklimaat
Landklimaat
Gematigd klimaat
Droogklimaat
Tropisch klimaat

Slide 20 - Question de remorquage

Stuwingsregen
Stijgingsregen
Frontale regen

Slide 21 - Question de remorquage

Landklimaat
Tropisch klimaat

Slide 22 - Question de remorquage

Noem de klimaten in de juiste volgorde. Begin met het klimaat dat het dichtst bij de evenaar ligt.

Slide 23 - Question ouverte

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Deze les was (0 is makkelijk, 10 is moeilijk)
010

Slide 25 - Sondage