3M - L4 P1 - haben en sein ovt

   Deutsch!    
3M 

Les 4 P1
Guten Morgen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

   Deutsch!    
3M 

Les 4 P1
Guten Morgen

Slide 1 - Diapositive

Studienführer
Voorbereiding voor les 4:
maken: Schritt: 28 


Verwerkingsopdrachten na les 4:
maken: Schritt: 29

Slide 2 - Diapositive

Unterrichtsziele
-Je kunt gekke werkwoorden vervoegen

-Je kent lastige woordjes

- Je kunt haben in de ovt  vervoegen



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

abwaschen
A
weglopen
B
afwassen
C
spijbelen
D
afstoffen

Slide 5 - Quiz

in de ochtend
A
im Morgen
B
am Vormittag
C
im Frühzeit
D
am Frühling

Slide 6 - Quiz

in de middag
A
im Vormittag
B
im Mittag
C
am Nachmittag
D
am Volltag

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Lien

Zet de juiste vorm in de zin
speciale werkwoorden

Slide 9 - Diapositive

Het regent de hele dag.
Es ... den ganzen Tag. regnen

Slide 10 - Question ouverte

Bob rekent bij mw. Langen.
Bob ... bei Frau Langen. - rechnen

Slide 11 - Question ouverte

Ik adem niet door mijn neus.
Ich ... nicht durch meine Nase. atmen

Slide 12 - Question ouverte

Hij ademt altijd door zijn mond.
Er ... immer durch seinen Mund.
atmen

Slide 13 - Question ouverte

Mevrouw K. tekent heel mooi.
Frau K. ... sehr schön.
zeichnen

Slide 14 - Question ouverte

Teken jij die formule op het bord?
.... du den Formel auf den Tafel?
Zeichnen

Slide 15 - Question ouverte

Grammatik
Hulpwerkwoorden haben 

in de verleden tijd

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

Slide 19 - Diapositive

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 20 - Question de remorquage

het werkwoord haben (ovt)
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten

Slide 21 - Question de remorquage

Zet de juiste vorm in de zin
tegenwoordige tijd

Slide 22 - Diapositive

Hebben jullie een tuin?
... ihr einen Garten?

Slide 23 - Question ouverte

... du Hunger?

Slide 24 - Question ouverte

............... Sie Zeit für mich?

Slide 25 - Question ouverte

Sara ... 9 Brüder.

Slide 26 - Question ouverte

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 27 - Question ouverte

.................. du Lust mitzukommen?

Slide 28 - Question ouverte

... man dir etwas gefragt?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive