405

Welkom!
Pak je spullen:
Dit lesuur:

  • Lezen                         
  • Opdrachten  nakijken                                                      (5 min)
  • Laatste stuk 4.2:        (10 min)
     - Negatieve arbeid
    - Stapsgewijs werken

Aan de slag:                   (20 min)
  • HW maken          



1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je spullen:
Dit lesuur:

  • Lezen                         
  • Opdrachten  nakijken                                                      (5 min)
  • Laatste stuk 4.2:        (10 min)
     - Negatieve arbeid
    - Stapsgewijs werken

Aan de slag:                   (20 min)
  • HW maken          



Slide 1 - Diapositive

Lezen
stopwatch
00:00

Slide 2 - Diapositive

m = mili = /1000
c = centi = /100
k = kilo = x 1000
M = mega = x 1000000

Slide 3 - Diapositive

3000
0,5
25000
70000
2000
350
2500000
0,004
m = mili = /1000
c = centi = /100
k = kilo = x 1000
M = mega = x 1000000

Slide 4 - Diapositive

20

Slide 5 - Diapositive

Antwoord a)
één keer optillen is:
W = F x s
W = 300 x 0,3 = 90 J

Om 1000 J te verrichten moet hij
1000 / 90 = 11,1
dus 12 keer optillen.

Slide 6 - Diapositive

Antwoord a)
één keer optillen is:
W = F x s
W = 300 x 0,3 = 90 J

Om 1000 J te verrichten moet hij
1000 / 90 = 11,1
dus 12 keer optillen.
Antwoord b)
Als hij het gewicht hoger tilt, wordt de afstand, de "s", groter, dus wordt de hoeveelheid arbeid per keer optillen ook groter.

Slide 7 - Diapositive

Er is sprake van arbeid wanneer een voorwerp door een kracht in de richting van die kracht wordt verplaatst.
Er is sprake van negatieve arbeid 
wanneer een kracht de beweging tegenwerkt.

Gewone arbeid wordt omgezet in bewegingsenergie
Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 27

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 27
Werkt een kracht in de richting van de beweging? 
Positieve arbeid

Werkt een kracht tegen de richting van de beweging in?
Negatieve arbeid

Staan de kracht en de beweging loodrecht op elkaar?
Geen arbeid

Slide 11 - Diapositive

FsW

Slide 12 - Diapositive

Antwoord 22a

  • Gegeven:
    s = 1,0 m
    F = 200 N
  • Gevraagd:
    Bewegingsenergie = Arbeid = W

  • Formule:
    W = F x s
  • Berekening:
        200 x 1 = 200 
  • Antwoord:
    W = 200 J
FsW
Gegeven: 


Gevraagd:


Formule:

Berekening:   
 
Antwoord:

Slide 13 - Diapositive

Negatieve Arbeid
Tegenwerkende krachten zijn krachten die tegen de bewegingsrichting in werken.
Tegenwerkende krachten
leveren negatieve arbeid.

Hier zetten we een min-teken 
voor.
Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte 

Slide 14 - Diapositive

Antwoord 22b

  • Tijdens het duwen is er 200 J aan arbeid/bewegingsenergie de steen in gegaan. Tijdens het verder glijden tot stilstand wordt al deze energie er weer uit gehaald.
  • De hoeveelheid arbeid die de wrijvingskracht verricht is daarom -200 J. 
FsW

Slide 15 - Diapositive

Antwoord 22c

  • Gegeven:
    s = 30 m
    W = 200 N
  • Gevraagd:
    Wrijvingskracht = F

  • Formule:
    F = W / s
  • Berekening:
         200 / 30 = 6,67 
  • Antwoord:
    F = 6,67 N
FsW
Gegeven: 


Gevraagd:


Formule:

Berekening:   
 
Antwoord:

Slide 16 - Diapositive

Antwoord 22d

  • Door het vegen smelt de bovenste laag van het ijs waardoor de steen makkelijk glijdt.
  • Hiermee kan het pad van de steen worden bijgestuurd.
FsW

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeldopdracht
Rabiya gaat met de fiets naar school. 
De spierkracht die ze tijdens het fietsen
levert is 600 N. 

a. Bereken de arbeid die Rabiya verricht 
     als ze 1,5 km fietst.
b.  Leg uit hoeveel arbeid de weerstandskracht
      tijdens deze fietsrit levert.

Slide 18 - Diapositive

voorbeeld berekening
Rabiya gaat met de fiets naar school. De spierkracht die ze tijdens het fietsen levert is 600 N. De weerstandskrachten zijn ook 600N.
a. Bereken de arbeid die Rabiya verricht als hij 1,5 km fietst 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • F = 600 N    s = 1,5 km = 1500 m
  • arbeid W=? 
  •  W = F . s
  •  W = 600  . 1500 = 900000 J = 900 kJ
  •  de verrichtte arbeid is 900 kJ
b. Leg uit hoeveel arbeid de weerstandskracht tijdens deze fietsrit levert,

Slide 19 - Diapositive

voorbeeld berekening
b. Leg uit hoeveel arbeid de weerstandskracht tijdens deze fietsrit levert.
De weerstandskrachten werken tegen en leveren dus negatieve arbeid.
De weerstandskrachten zijn even groot als de spierkracht van Rabiya. 
Ze leveren dus -900 000 J arbeid.

Slide 20 - Diapositive

Werk aan:
Lees 4.3
Maak 32 en 33
Maak 22 en 27
timer
15:00
Aantekening

Er is sprake van negatieve arbeid wanneer een kracht de beweging tegenwerkt.

Gewone arbeid wordt omgezet in bewegingsenergie

Negatieve arbeid
wordt omgezet
 in warmte.
Neem de aantekening over.

Slide 21 - Diapositive