Les woensdag_KERN 1.5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

STARTKLAAR maken:

• Telefoon in het Zakkie
  
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
  
• BINNEN = BEGINNEN. Leg je huiswerk op tafel

Afspraken in de klas

Rust & respect:

- Spullen mee.

- Naar elkaar luisteren.

Lukt dit niet? UIT + nakomen vrijdagmiddag.

Wat gaan we doen?

1.  Huiswerk nakijken.

2. Uitleg hoofdstuk 1.5.

3. Oefenen met lesstof.

4. Zelfstandig werken.

Leren voor de SO van vrijdag: hoe doe je dat?

Leren voor de SO

1. Kijk in SomToday wat je moet leren.

2. Maak huiswerk opdrachten opnieuw.

3. Lees de uitleg bij 'BELANGRIJK' door.

4. Oefen met NUMO.

Hoofdstuk 1

Les   1          Welke talen spreek je?

Les   2          De taal waar je vandaan komt?

Les   3          Straattaal

Les   4          Meertaligheid

Les   5           Praten met iemand die er niet is  

Les   6           Taal op school

Hoofdstuk 2

Les   1          Een goed verhaal

Les   2         Broodje aap en een sterk verhaal

Les   3         Reclame verhalen

Spelling en grammatica

Les 1            lidwoord en zelfstandig naamwoord 

Les 2            bijvoeglijk naamwoord

Les 3            trappen van vergelijking

Les 5            persoonsvorm en onderwerp

les 6             persoonsvorm en tegenwoordige tijd

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?

1. Huiswerk nakijken

>> Inloggen bij LessonUp.

KERN hoofdstuk 1.4: vraag 1 t/m 6. 

1. Waar kijk je naar als je verkennend leest?

Uitleg vraag 1

Als je verkennend leest, kijk je naar de titel, inleiding, tussenkopjes en plaatjes

Vraag 5a. Wat is meertalig?

Uitleg vraag 5a.

Meertalig betekent dat je van kinds af aan vloeiend bent in meerdere talen.

Vraag 6a. Wat is een 'moedertaal'?

In les 1 heb je geleerd hoe je een gesprek voert met iemand.

spreken

luisteren

Kennis opfrissen hoofdstuk 1.1

Als mensen met elkaar praten dan voeren ze een gesprek. Door tijdens een gesprek goed op elkaar te letten, begrijp je elkaar beter.

Er zijn drie dingen waar je op let als je spreekt. Welke zijn dat?

1. Je kijkt de ander aan.

2. Je let op of de ander snapt wat je zegt.

3. Je gebruikt woorden of zinnen die de ander begrijpt.

spreken

luisteren

Hoofdstuk 1.5 - Lesdoel

Iemand gebruikt deze emoji. Wat bedoelt deze persoon?

1. bang
2. verdrietig
3. boos
4. teleurgesteld

1. spreker
2. luisteraar

Bekijk de mail. Er komt een vraag.

aanhef

afsluiting

hoofdletter

taalgebruik

Aan de slag!

Wat?	Maak vraag 14, 16, 17 en 18 op bladzij 24.
Tijd?	6 minuten. Daarna nakijken via LessonUp.
Klaar?	Maak vraag 15 en 19.

>> Laptops dicht!

Weet jij de juiste antwoorden?

stap 7. Hoe weet ik of ik goed bezig ben?

stap 6. Hoe kan ik zelf met de lesstof aan de slag?

vraag 14

Vraag 16

Vraag 18

1. 
2. 
3. 
4. 

1. 
2. 
3. 
4. 

1. 
2. 
3. 
4. 

1. 
2. 
3. 
4. 

Ga verder met NUMO

Tekst

stap 8. Wat heb ik geleerd?