Herhaling objectief, subjectief en (delen van) tekstverbanden - hv2a

Herhaling objectief, subjectief en (delen van) tekstverbanden 


Doel:
Je hebt de leerdoelen van Lezen blok 1 t/m 5 herhaald.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling objectief, subjectief en (delen van) tekstverbanden 


Doel:
Je hebt de leerdoelen van Lezen blok 1 t/m 5 herhaald.

Slide 1 - Diapositive

14

Slide 2 - Vidéo

00:23
"Want de beeldtaal is namelijk best wel open voor interpretatie."

Deze uitspraak is .... .
A
objectief
B
subjectief

Slide 3 - Quiz

00:41
"Dat is eigenlijk net zo belangrijk als de woorden die we uitspreken."

Deze uitspraak is .... .
A
objectief
B
subjectief

Slide 4 - Quiz

00:54
"Je ziet daardoor nog best veel elementen op je telefoon die typisch Aziatisch zijn."

Deze uitspraak is .... .
A
objectief
B
subjectief

Slide 5 - Quiz

01:16
"Wij denken dat dat iemand is die boos is, maar in mangastrips is dat juist een symbool van iemand die trots is."

Welk tekstverband herken je in deze zin?
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-opsomming
C
geen antwoord
D
uitspraak-tegenstelling

Slide 6 - Quiz

01:16
Aan welk signaalwoord herken je het tekstverband?

Slide 7 - Question ouverte

01:17
Uit welke twee delen bestaat dit tekstverband?
Uitspraak:
Tegenstelling:
"Wij denken dat dat iemand is die boos is, maar in mangastrips is dat juist een symbool van iemand die trots is."

Slide 8 - Question ouverte

01:38
"Dat is eigenlijk ook logisch, want elke cultuur heeft verschillende handgebaren en verschillende gebruiken."

Welk tekstverband herken je in deze zin?
A
uitspraak-reden
B
oorzaak-gevolg
C
middel-doel
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 9 - Quiz

01:38
Aan welk signaalwoord herken je het tekstverband?

Slide 10 - Question ouverte

01:38
Uit welke twee delen bestaat dit tekstverband?
Uitspraak:
Reden:
"Dat is eigenlijk ook logisch, want elke cultuur heeft verschillende handgebaren en verschillende gebruiken."

Slide 11 - Question ouverte

01:52
"Verschillende culturen kunnen hetzelfde plaatje weer anders interpreteren. Zo betekent dit misschien oké voor ons, maar in Turkije noem je iemand hiermee een klootzak."

Welk tekstverband herken je in deze zinnen?
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-reden
C
uitspraak-opsomming
D
oorzaak-gevolg

Slide 12 - Quiz

01:52
Aan welk signaalwoord herken je het tekstverband?

Slide 13 - Question ouverte

01:52
Uit welke twee delen bestaat dit tekstverband?
Uitspraak:
Voorbeeld:
"Verschillende culturen kunnen hetzelfde plaatje weer anders interpreteren. Zo betekent dit misschien oké voor ons."

Slide 14 - Question ouverte

02:26
"Als een emoji eenmaal in de set zit, kan hij er niet meer uit."

Deze uitspraak is .... .
A
objectief
B
subjectief

Slide 15 - Quiz

02:38
"Wat mij betreft hebben we wel genoeg emoji."

Deze uitspraak is .... .
A
objectief
B
subjectief

Slide 16 - Quiz


Doel:
Je hebt de leerdoelen van Lezen blok 1 t/m 5 herhaald.

Slide 17 - Diapositive

Nakijken - opdracht 2
2 Terwijl overal campagnes worden gevoerd om mensen meer te laten bewegen, worden er ook steeds meer dingen uitgevonden om het leven makkelijker te maken.

3 Ik vind de roltrap een overbodige uitvinding.

4 a uitspraak-tegenstelling
 b Het lijkt niet uit te maken of je tien seconden meer of minder beweegt.
 Het tikt wel aan als je vaker de trap neemt.

Slide 18 - Diapositive

nakijken opdracht 2
 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Als je vaker de trap neemt, beweeg je meer dan je denkt.

 
6 Roltrappen zijn slecht voor het milieu en de gezondheid van mensen.

7 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ja, dat is precies wat de schrijver in de tekst duidelijk wil maken.

8 a twee
 b Argument 1: Het is beter voor het milieu.
  Argument 2: Het is beter voor de conditie van heel wat mensen.
 c-d Eigen antwoord. Heb je je antwoord toegelicht met een eigen argument?

Slide 19 - Diapositive

Wat ga je nu doen?

Je maakt lezen Blok 5 opdracht 3



Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive