Geluid maken en horen

Geluid maken en horen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Geluid maken en horen

Slide 1 - Diapositive

Geluid

Slide 2 - Carte mentale

 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is geluid?
  • Geluid ontstaat door trillingen

  • elke geluidsbron heeft een onderdeel dat trilt

  • Alles wat geluid maakt is een geluidsbron 

Slide 5 - Diapositive

Trillingen
Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen veroorzaakt. 
• Bij je stem zijn het de stembanden die trillen. 
• Bij een luidspreker is het de conus die trilt. 
• Bij een gitaar zijn het de snaren die trillen.
Die trilling hoor je als geluid, doordat de trilling zich vanaf de geluidsbron naar je oren verplaatst. Die verplaatsing kun je vergelijken met de rimpeling in het water als je er een steentje in gooit. De plons is daarbij te vergelijken met de geluidsbron. De rimpeling in het water is het geluid dat zich verplaatst.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Vul het ontbrekende woord in.
Een voorwerp dat geluid maakt, noem je een...………………………….

Slide 8 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord in.
Als in een geluidsbron trillingen plaatsvinden, dan ontstaat er ……………………….

Slide 9 - Question ouverte

Kies onder ieder woord de omschrijving die er het beste bij past.
luidspreker
lucht
microfoon
Geluidsbron
Tussenstof
Ontvanger

Slide 10 - Question de remorquage

Geluidsbron
Tussenstof
Trilling
Vul het ontbrekende woord in. 
Je kunt het geluid van een geluidsbron alleen horen 
als er een                                   is tussen de geluidsbron 
en je oren.

Slide 11 - Question de remorquage

Daan kijkt door een raam naar buiten en ziet zijn vriend Jesley. Hij 
hoort Jesley fluiten.  Geef aan door welke drie tussenstoffen het geluid achtereenvolgens gaat vanaf de mond van Jesley tot aan het oor van Daan.  
Het geluid verplaatst zich eerst door                        dan door           
en tenslotte door   
Lucht
Lucht
Glas

Slide 12 - Question de remorquage

Eliza zwemt onder water. De badmeester fluit hard op zijn fluit. Eliza hoort de fluit. 
Geef aan door welke twee tussenstoffen het geluid achtereenvolgens gaat vanaf de fluit tot aan het oor van Eliza. 
Het geluid verplaatst zich eerst door                      en dan door  
  
 
.
Water
Lucht

Slide 13 - Question de remorquage

Geluidssnelheid

Geluid heeft tijd nodig om zich te verplaatsen. Daar merk je in het dagelijks leven meestal niets van. Maar er zijn momenten dat dit goed te merken is. Denk maar eens aan het onweer. Je ziet de flits soms veel eerder dan dat je het geluid hoort. Dit komt omdat het licht veel sneller is dan het geluid. Hoe langer het duurt voordat je de donder hoort, hoe verder het onweer van je vandaan is.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo