K1 D les 2

Kapitel 1
D Grammatik les 2
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 1
D Grammatik les 2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
- kan ik de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits benoemen;
- kan ik het werkwoord "sein" in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
1. Noem de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits.
2. Vervoeg het werkwoord "sein" in de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Diapositive

ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 4 - Diapositive

Aufgabe 1
Vertaal de woorden tussen haakjes.


Slide 5 - Diapositive

Wie alt (bent u)?

Slide 6 - Question ouverte

(Hij is) 13 Jahre alt.

Slide 7 - Question ouverte

Wo (ben jij) geboren?

Slide 8 - Question ouverte

(Is zij) deine Schwester?

Slide 9 - Question ouverte

Aufgabe 2
Verbind de personen met de juiste werkwoordsvormen


Slide 10 - Diapositive

Wie alt (ben jij)?
(Zij is) 12 Jahre alt.
Wo (bent u) geboren?
(Ik ben) in Hamburg geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
sie ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 11 - Question de remorquage

Quizlet

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Huiswerk
Online
Slim stampen t/m D helemaal afmaken
Al klaar? Dan ook Lernliste D-N en N-D maken

Slide 14 - Diapositive

Memory & Flashcards
- maak een memoryspel van de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord sein
- speel het spel met je buurman of buurvrouw

laatste 10 minuten:
- pak je eigen kaartjes terug en maak van je memoryspel een set flashcards om te leren

Slide 15 - Diapositive

Leerling A schrijft op:

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie

Leerling B schrijft op:

bin
bist
ist

sind
seid
sind

Slide 16 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
- kan ik de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits benoemen;
- kan ik het werkwoord "sein" in de tegenwoordige tijd vervoegen.

Slide 17 - Diapositive