Linking Words

VWO 5
Linking words
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

VWO 5
Linking words

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn linking words?

Slide 2 - Question ouverte

Welke linking words ken je (in het Engels?)

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoel deze les:
Je kunt een selectie linking words op de juiste manier gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

  • accordingly
  • admittedly
  • after all
  • anyway
  • consequently
  • but
  • despite
  • even so
  • for instance
  • furthermore
  • indeed
  • in spite of
  • in the same way
  • moreover
  • on the contrary
  • similarly
  • unless
  • whereas
  • whether
  • yet

Slide 5 - Diapositive

Resultaat/ gevolg
Contrast/tegenstelling

Toegeven
Voorbeelden geven
Voorwaarde benoemen
Anders
Versterken
Toevoegen
Reden geven
Overeenkomst
accordingly
admittedly
after all
anyway
consequently
but
despite
even so
for instance
furthermore
indeed
in spite of
in the same way
moreover
on the contrary
similarly
unless
whereas
whether
yet

Slide 6 - Question de remorquage

Probleem
We kunnen niet zomaar elk signaalwoord gebruiken wanneer we willen.

Slide 7 - Diapositive

Kies het juiste woord voor de gap:
I love ice cream ___ my sister hates is.
A
anyway
B
even so
C
on the contrary
D
whereas

Slide 8 - Quiz

Snap je dit?
Ga verder met je weektaak. Maak bewuste keuzes welke opdrachten je wel of niet maakt :)

Slide 9 - Diapositive

Dezelfde betekenis / gebruik

Slide 10 - Diapositive

Toevoegen
  • furthermore (verder, bovendien)
     moreover (bovendien, daarbij)

    He's intelligent. Furthermore / Moreover, he's handsome and amusing.

Slide 11 - Diapositive

Overeenkomst aangeven
  • in the same way (op dezelfde manier)
     similarly (op dezelfde manier, evenzo)

    Fuel prices have fallen. In the same way, / Similarly, the cost of living has gone down.

Slide 12 - Diapositive

Andere betekenis/gebruik

Slide 13 - Diapositive

Resultaat / Gevolg aankondingen
  • accordingly (dus, derhalve, zodoende)
    He needs to lose weight. Accordingly, he's stopped eating junk food.

  • consequently (als gevolg daarvan)
    The teacher was ill. Consequently, the lesson was cancelled.

Slide 14 - Diapositive

Contrast / Tegenstelling
  • anyway (toch): He know he shouldn't do it, but he has done it anyway. (contrast, vaak in combinatie met but)

  • but (maar): He know he shouldn't do it, but he has done it anway. (tegenstelling: twee zinnen aan elkaar verbinden)

  • even so / yet (ondanks dat): He is a bad player. Even so / Yet, he won the match. (contrast: altijd aan begin van een zin)

  • in spite of (ondanks): He still leads an active life in spite of his age. (contrast: strookt niet helemaal met het vorige)

  • on the contrary (integendeel): He's not a bad player. On the contrary, he is superb! (tegenstelling: bewering weerleggen)

  • whereas (terwijl): Some of the studies showed positive results, whereas others didn't. (contrast: vergelijkingen)

Slide 15 - Diapositive

Ik heb nu een beter idee hoe ik de verschillende signaalwoorden moet gebruiken.
A
ja
B
nee
C
nog niet helemaal

Slide 16 - Quiz

Lastig?
Opdrachten eventueel samen doen :)

Slide 17 - Diapositive