Herhaling gehele lesbrief Verdienen en Uitgeven

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Herhaling lesbrief 

Verdienen en Uitgeven

Welke primaire inkomens horen bij de productiefactor kapitaal?

1. Rente en huur
2. Winst en rente
3. Huur en pacht
4. Pacht en winst

In Nederland betalen de werkenden via sociale premies de uitkeringen van de niet-werkenden.

Is de volgende bewering juist of onjuist?

De druk van de sociale premies op de primaire inkomens van de werkenden stijgt over het algemeen als de verhouding werkenden : niet-werkenden toeneemt.

1. Juist
2. Onjuist
3. Daar kun je niets over zeggen

Nominale BBP met 4% gestegen en reële BBP met 2% gestegen.
De prijzen zijn

1. gestegen
2. gedaald
3. gelijk gebleven
4. kun je niets over zeggen

Als het over de structurele kant van de economie gaat, gaat het over de bestedingen.

1. Juist
2. Onjuist

In welk jaar daalden de loonkosten per product in dit land?

1. 2006
2. 2007
3. 2008
4. 2009

Is de volgende bewering juist of onjuist?

De overheid draagt niet bij aan het nationaal product omdat zij geen goederen produceert voor een markt.

1. Juist
2. Onjuist
3. Daar kun je niets over zeggen

Van een machinefabriek weten we het volgende:
- Aantal geproduceerde en verkochte machines = 220
- De verkoopprijs per machine = € 85.000
- De totale kosten van grondstoffen = € 8.500.000
- De loonkosten van het bedrijf = € 9.200.000
De toegevoegde waarde van dit bedrijf was € ........

1. 700.000
2. 1.000.000
3. 4.800.000
4. 10.200.000

Het inkomen gemeten in goederen noemen we ...

1. nominaal inkomen
2. secundair inkomen
3. primair inkomen
4. reëel inkomen

Bereken het saldo lopende rekening van dit land in miljarden euro’s.

1. -2
2. -7
3. +2
4. +7

Economische groei van een land kan het best worden gemeten met ...

1. het nominaal nationaal inkomen per hoofd van de bevolking
2. het reëel nationaal inkomen per hoofd van de bevolking
3. de nominale stijging van de arbeidsproductiviteit
4. de reële stijging van de arbeidsproductiviteit

De vergrijzing van de bevolking tast het aanbod van arbeid aan. Dit kan niet opgelost worden door ...

1. verlaging van de immigratie.
2. verhoging van het arbeidsaanbod.
3. verhoging van de pensioenleeftijd.
4. investeren in opleidingen.

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Loonstijgingen leiden altijd tot prijsstijgingen.

1. Juist
2. Onjuist

Wanneer in een land het marktmechanisme vrij spel heeft, zullen bij een krappe arbeidsmarkt .....

1. de prijzen van de importproducten dalen.
2. de prijzen van de importproducten stijgen.
3. de lonen van de werknemers stijgen.
4. de lonen van de werknemers dalen.

Bij laagconjunctuur in Nederland bestaat het anticyclisch overheidsbeleid uit:

1. het verlagen van de belastingen en bestedingen.
2. het verhogen van de belastingen en bestedingen.
3. het verlagen van de belastingen en het verhogen van de bestedingen.
4. het verhogen van de belastingen en het verlagen van de bestedingen.

Door wetten en wettelijke regelingen wordt het conjunctuurverloop afgezwakt: de ingebouwde/automatische stabilisatoren.

Wat is een automatische stabilisator?

1. Werkloosheiduitkering (WW).
2. Arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA/WAO).
3. Ouderdomsuitkering (AOW).

Zet de volgende 5 verschijnselen in de juiste volgorde.

1. De bestedingen in Nederland stijgen.
2. Er wordt meer geleend en minder gespaard.
3. De rente in Nederland daalt.
4. De werkgelegenheid stijgt.
5. De productie stijgt.

1. 3-1-2-5-4
2. 3-1-5-2-4
3. 3-2-1-5-4
4. 3-2-5-1-4

De Europese Centrale Bank kan onderbesteding bestrijden door de rente te .....I...... , waardoor de burgers meer gaan ......II......

1. I = verhogen; II = sparen
2. I = verhogen; II = lenen
3. I = verlagen; II = sparen
4. I = verlagen; II = lenen

Door welk kenmerk in de inkomstenbelasting wordt het conjunctuurverloop afgezwakt?

1. progressie
2. degressie
3. depressie
4. proportionaliteit

De arbeidsproductiviteit wordt niet bepaald door:

1. De mate van automatisering.
2. De arbeidsmentaliteit.
3. De efficiëntie van de organisatie.
4. De vraag naar arbeid.