Montag, den 1. November 2021, Personalpronomen, Aussprache, Sprachmittel

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen

Wiederholung Grammatik (5 Minuten)

Aussprache (3 Minuten)

Sprachmittel (20 Minuten)

Selbstständig arbeiten (20 Minuten)

Lernziele

- Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval toepassen

- Je kunt de sisklanken correct uitspreken (z, s, ss en ß)

- Je kunt de zinnetjes van de Sprachmittel gebruiken

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in
Ich kaufe …….. (voor hem) ein T-Shirt.

1. er
2. ihn
3. ihm

Persoonlijke voornaamwoorden:
Was für ein Geschenk (o) hast du für
(mij)................. gekauft?

1. ich
2. mir
3. mein
4. mich

In de zin:
'Ich schicke dir einen Brief'
is het woordje 'dir' :

1. bezittelijk voornaamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. lidwoord

Persoonlijke voornaamwoorden:
Deine Ärztin hat (jou) ........... ein Antibiotikum verschrieben.

1. dich
2. für dich
3. deine
4. dir

Aussprache (Seite 72, Aufgabe 30)

Z = ts 

S = scherp (z)

SS = s

ß = s

Sprachmittel Aufgabe 32

Sprachmittel, Aufgabe 32

Fragen und Antworten, Aufgabe 34

- werk in tweetallen

- de een stelt de vraag die er in het Nederlands staat in het Duits

- de ander geeft in het Duits antwoord op deze vraag

- Gebruik de Sprachmittel!

                              

Gebruik de Sprachmittel!

An die Arbeit!

Aufgaben Kapitel 3

Oefenen met persoonlijke voornaamwoorden

Mondeling voorbereiden

Lernliste / slim stampen

Oefentoets

.............

Lernziele

- Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval toepassen

- Je kunt de sisklanken correct uitspreken (z, s, ss en ß)

- Je kunt de zinnetjes van de Sprachmittel gebruiken

Ik heb de leerdoelen van deze les behaald

JA

Nee

Gedeeltelijk

Ik wil/moet nog meer oefenen met de persoonlijke voornaamwoorden

Ja

Nee

Ik wil/moet nog meer oefenen met de Sprachmittel

Ja

Nee