Meervoud

Meervoud
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Meervoud

Slide 1 - Diapositive

meervouden

Wat is het meervoud van café?
A
cafés
B
cafees
C
café's
D
cafeés

Slide 2 - Quiz

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 3 - Quiz

Meervoud -'s
- 's (apostrof s): piano's 

Eindigt een woord op een klinker (o, i, a, u), dan -'s (auto's)

Eindigt een woord op een -e, dan -s eraan vast: plantages

Slide 4 - Diapositive

Meervoud van pony:
A
ponies
B
pony's
C
ponys

Slide 5 - Quiz

Meervoud van deejay
A
deejays
B
deejay's
C
deejayen

Slide 6 - Quiz

Meervoud 
De Y is ook een klinker

1). Is de letter voor de Y een medeklinker (pony): pony's 

2). Is de letter voor de Y een klinker (deejay): deejays. 

Slide 7 - Diapositive

Meervoud -s of -'s?
A
dictees
B
dictee's

Slide 8 - Quiz

meervoud s of 's
A
kangoeroes
B
kangoeroe's

Slide 9 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
felicitaties
B
felicitatie's

Slide 10 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
kiwies
B
kiwi's
C
kiwiën
D
kiwis

Slide 11 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garage's
B
garages

Slide 12 - Quiz

Welk woord is geen meervoud ?
Niet alle woorden op en zijn meervoud.
A
tuinen
B
stoelen
C
oven
D
lampen

Slide 13 - Quiz

Meervoud. Wat is de goede schrijfwijze in het meervoud van......?

brief
A
brieven
B
briefen
C
briefs

Slide 14 - Quiz

Meervoud -ën

Als het enkelvoud eindigt op
-ee, maak je het meervoud met -ën
ree - reeën


Slide 15 - Diapositive

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 16 - Quiz

Wat ga je doen? 
Online maken: Cursus 7. Spelling > paragraaf 4 > opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Diapositive