Repaso unidad 5
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
¿Qué tal las vacaciones?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
¿Qué has hecho en las vacaciones?
Wat heb je gedaan in de vakantie?
Wat heb je gedaan in de vakantie?
Slide 3 - Sondage
la ropa
Slide 4 - Carte mentale
los colores
Slide 5 - Carte mentale
¿Qué llevas hoy?
Wat heb je vandaag aan?
Antwoord in een Spaanse zin. Benoem kledingstuk en kleur.
Wat heb je vandaag aan?
Antwoord in een Spaanse zin. Benoem kledingstuk en kleur.
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Vidéo
¿Qué lleva el chico?
Benoem 1 kledingstuk + kleur. Maak een hele Spaanse zin.
Benoem 1 kledingstuk + kleur. Maak een hele Spaanse zin.
Slide 8 - Question ouverte
¿Qué lleva el chico?
Benoem 1 kledingstuk + kleur. Maak een hele Spaanse zin.
Benoem 1 kledingstuk + kleur. Maak een hele Spaanse zin.
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Invierno
Primavera
Otoño
Verano
el abrigo
la falda
el vestido
los guantes
la chaqueta
la sudadera
el bañador
