Voorbereiding
1 / 31
La durée de la leçon est: 65 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent 4,109 * 10^6
A
4.109
B
4.109.000
C
4.109.000.000
D
41.090.000
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Hoeveel is 37% van 210?
Slide 9 - Question ouverte
6,48 km is 54%, hoeveel km is de hele wandeling?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel procent is 65.000 van 275.000?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Eyeliner = 7.80 inkoop, wat kost deze in de winkel?
Winstmarge = 40%, BTW = 19%
Winstmarge = 40%, BTW = 19%
A
10,92
B
9,28
C
12,99
D
12,40
Slide 14 - Quiz
Verkoopprijs = 40 eu
Inkoopprijs = ?
Winstmarge = 40%, BTW = 19%
Inkoopprijs = ?
Winstmarge = 40%, BTW = 19%
A
28,57
B
33,61
C
31,00
D
24,00
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Salaris 2875 naar 3000, met hoeveel procent gestegen?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Rentebedrag
Eindsaldo
Rente 2,5% -> 1,025
Rente 3% -> 0,03
Rente 1,876% -> 0,01876
SI = beginwaarde * (1+i)^n
Slide 20 - Question de remorquage
Slide 21 - Diapositive
Waarom wordt er rente vergoed op een spaarrekening?
Slide 22 - Question ouverte
Als de rente hoger is dan de inflatie dan .... mijn koopkracht
A
Daalt
B
Stijgt
C
Gebeurt er niets met
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Start 1500 euro, aan het einde van het jaar 1536 euro. Welk rentepercentage wordt er vergoed?
A
2,34%
B
97,7%
C
4,21%
D
2,40%
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Hoeveel euro staat er na 10 jaar op haar rekening? Start = 10.000, rente =5%
A
10.511,40
B
16.288,95
C
105.000,00
D
10.500,00
