AFP les 3 Het bloed en afweerstelsel

Bloed en afweerstelsel
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bloed en afweerstelsel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat zit er in ons bloed en welke functies heeft ons bloed?

Slide 3 - Carte mentale

Hoeveel procent van het bloed bestaat uit bloedcellen?
A
30%
B
45%
C
70%
D
55%

Slide 4 - Quiz

Samenstelling van het bloed

Slide 5 - Diapositive

Bloedcellen
      Erytrocyten
(rode bloedcellen)
       Leukocyten
(witte bloedcellen)
   Trombocyten
 (bloedplaatjes)  

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Rode bloedcellen

Erytrocyten
Trombocyten
Leukocyten

Slide 8 - Question de remorquage

https://inloggen.learnbeat.nl/activities/show/28467805/2351316

Slide 9 - Diapositive

Ojee een snee.. wat gebeurt er dan?
1. Vaatvernauwing

2. Propvorming

3. Stolling

Over!

Slide 10 - Diapositive

Waar worden bloedcellen afgebroken?
A
Milt en de lever
B
Lever en de darmen
C
Milt en de maag
D
Lever en de maag

Slide 11 - Quiz

Je hebt je een paar dagen geleden hard gestoten. Er ontstond een flinke blauwe plek. Inmiddels is die groen en geel geworden. Leg uit hoe dat kan.

Slide 12 - Carte mentale

Wat betekent anemie?
A
Slagader
B
Bloedarmoede
C
Rode bloedcel
D
Bloedplaatje

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Welke stof in het bloed transporteert zuurstof?
A
Plasma
B
Bilirubine
C
Hemoglobine

Slide 15 - Quiz

Noem de drie hoofdgroepen bloedcellen en hun functie.

Slide 16 - Question ouverte

Afweer

Slide 17 - Carte mentale

Afweer
Het lichaam beschikt over een verdedigingssysteem om stoffen te bestrijden die niet in ons lichaam thuishoren. Deze bevatten antigenen op hun wand. Hierdoor gaat je lichaam antistoffen (antilichamen) aanmaken.


Slide 18 - Diapositive

Afweer
Algemene afweer (aangeboren)
Algemene afweer betekent afweer die niet
speciaal is gericht tegen één soort micro-organisme

Specifieke afweer (verworven)
De cellen van deze afweer zijn 
specifiek gericht tegen één soort micro-organisme

B-lymfocyten
T-lymfocyten

Slide 19 - Diapositive

Leg het verschil uit tussen algemene afweer en specifieke afweer.

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Vidéo

Het lymfestelsel

Slide 22 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met immuniteit?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Afweer wordt onderscheiden in algemene afweer en specifieke afweer. Wat wordt bedoeld met algemene afweer?
A
Opruimen van micro-organismen
B
Maken van antistoffen

Slide 25 - Quiz

Actieve natuurlijke immuniteit
Passieve natuurlijke immuniteit
Antistoffen via borstvoeding binnenkrijgen
De ziekte doormaken en zelf antistoffen aanmaken

Slide 26 - Question de remorquage

Actieve kunstmatige immuniteit
Passieve kunstmatige immuniteit
Vaccinatie, zelf antistoffen aanmaken door een prikkel
Injectie met antistoffen

Slide 27 - Question de remorquage

Een zorgvrager zegt: ‘Bij mij werken die antibiotica niet. Ik ben er immuun voor.’
Klopt deze uitspraak?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 28 - Quiz

Aan de slag!
Je gaat een uitwerking maken over het onderwerp bloedgroepen.

1. Welke bloedgroepen zijn er?
2. Rhesus positief en negatief
3. Wie kan van wie ontvangen?

Slide 29 - Diapositive