les 5

Bloed en afweerstelsel



module 5
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
AnatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Bloed en afweerstelsel



module 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen vandaag: 
jullie weten vandaag hoe het bloedsysteem werkt
Jullie kunnen alle verschillende mogelijke opnamen.
het afweersysteem zijn jullie na deze les bekend

4onderwerpen:

bloed en samenstelling
bloed afweer
bloed stolling

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel liter bloed heeft een volwassen mens ongeveer?
A
3
B
5
C
7
D
9

Slide 3 - Quiz

Gem 5 liter
bloed en samenstelling
Bloed is een waterige oplossing van cellen en stoffen. Doel van bloed is om stoffen in het lichaam te vervoeren (transport).

Dit gebeurt met en door...
  • stoffen in plasma (55%)
  • bloedcellen (45%)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van het bloed bestaat uit bloedcellen?
A
30%
B
45%
C
70%
D
100%

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou de meest voorkomende bloedcel zijn?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 bloed en samenstelling
Bloed bestaat uit...
1 plasma, bestaat uit water, eiwitten (voor stolling, afweer en transport) en opgeloste stoffen (voedingsstoffen, afvalstoffen, mineralen en hormonen)
1

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 bloed en samenstelling
Bloed bestaat uit...
2 een laagje cellen dat bestaat uit witte bloedcellen en bloedplaatjes
2

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7.2 bloed en samenstelling
Bloed bestaat uit...
3 een laag cellen, rode bloedcellen
3

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloed en samenstelling
De meest voorkomende cel in het bloed is de rode bloedcel (erytrocyt). Ze vervoeren bloedgassen...
  • zuurstof (O2) met glucose geeft energie
  • het afval hiervan is kooldioxide (CO2)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de rode bloedcel?
A
Stolling
B
Afweer
C
Zuurstoftransport

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 bloed en samenstelling
  • het eiwit wat bloedgassen vervoert is hemoglobine (Hb)
  • het eiwit heeft ijzer nodig om zuurstof te binden
  • de rode cel heeft geen kern, alles is gevuld met Hemoglobine

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloed en samenstelling
De witte bloedcel (leukocyt) is betrokken bij de afweer.

  • er zijn verschillende soorten witte bloedcellen
  • het heeft een grote kern
  • het kan zijn taak binnen en buiten een bloedvat uitvoeren

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof in het bloed transporteert zuurstof?
A
Bilirubine
B
Hemoglobine
C
Plasma

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7.2 bloed en samenstelling
De witte bloedcel (leukocyt) is betrokken bij de afweer en immuniteit.
  • er zijn veel verschillende soorten witte bloedcellen
  • het heeft een grote kern
  • het kan zijn taak binnen en buiten een bloedvat uitvoeren
De witte bloedcel zoekt bij onraad de juiste plaats in een bloedvat uit om hier doorheen te glippen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

algemene afweer: de korrelcel
(fagocytose)
specifieke afweer: de lymfecel
(maakt antistoffen)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van witte bloedcellen?
A
Stolling
B
Afweer
C
Zuurstoftransport

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

bloed en samenstelling
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de bloedstolling.

  • het heeft de vorm van een schijfje
  • bij stolling wordt het zacht en kleverig

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoer van zuurstof
B
Bestrijdt infecties
C
Bloedstolling

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de vorm van de bloedcel zegt iets over de taak die het doet.
geef hiervoor minstens één argument.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bloedcellen zie je op de foto?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Witte bloedcel
Rode bloedcel
Bloedplaatje
Erytrocyt
Trombocyt
Leukocyt

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

zelfstandig aan de slag met 5.2

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aanmaak en afbraak van bloedcellen
Bloedcellen worden afgebroken in de milt (splen) en de lever (hepar)
  • de milt ruimt oude cellen op (door witte bloedcellen), waardoor Hb vrijkomt
  • de milt zet dit om in bilirubine

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 aanmaak en afbraak van bloedcellen
  • alle bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg, meestal van lange botten
  • hier zitten bloedstamcellen
  • hoe ouder, hoe minder rood beenmerg je hebt

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden bloedcellen gemaakt?
A
In rood beenmerg
B
In de lever
C
In de milt

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

aanmaak en afbraak van bloedcellen
  • rode bloedcellen en bloedplaatjes worden gemaakt en vormen zich in het rode beenmerg, daarna komen ze in het bloed
  • De korrelcellen ook; ze leren hier het fagocyteren ( beschermen tegen binnendringende ziektekiemen)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 aanmaak en afbraak van bloedcellen
  • lymfecellen vormen zich in lymfeknopen; ze leren hier lichaamsvreemde stoffen te herkennen en antistoffen te maken tegen ziekteverwekkers

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 afbraak van bloedcellen
RBC worden afgebroken in de milt en de lever.
  • de milt ruimt oude RBC op (door witte bloedcellen), waardoor Hb vrijkomt
  • de milt zet dit om in bilirubine
de milt breekt RBC af en zet Hb om in bilirubine (dat giftig is)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afbraak van bloedcellen
  • de lever maakt bilirubine onschadelijk (detox)
  • bilirubine wordt uitgescheiden via  gal, de nieren (in de urine) en de darmen (in de ontlasting)
de lever detoxt het giftige bilirubine, uitgescheiding via gal, urine of ontlasting

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht tijd

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedstolling
De bloedstolling zorgt voor het voorkomen van bloedverlies.
Hierbij spelen een rol...
  • het bloedvat in kwestie
  • bloedplaatjes
  • stollingseiwitten in plasma

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • het bloedvat vernauwt
  • hierdoor wordt het bloedverlies beperkt.
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 1

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • bloedplaatjes vormen een prop
  • alles blijft kleven; zo wordt het gat snel gedicht
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 2

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • stollingseiwitten vormen draden van fibrine
  • het netwerk aan draden sluit de wond helemaal af
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 3

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedstolling
  • stollingseiwitten worden gemaakt in de lever 
  • de darmflora maakt vitamine K, dit heeft de lever nodig om stollingseiwitten te maken

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste volgorde van het stollingsproces?
A
Vaatvernauwing, propvorming, fibrine netwerk
B
fibrine netwerk, propvorming, vaatvernauwing
C
Propvorming, vaatvernauwing, fibrine netwerk

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed stolt in ongeveer 2 minuten.

Als het bloed niet stolt, wat kan er dan aan de hand zijn? Geef minimaal één argument.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vragen?
opdracht tijd 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedgroepen
  • rode bloedcellen hebben signaal-eiwitten op hun celmembraan
  • deze dienen als 'ID' en worden antigenen genoemd
  • voor de bloedgroepen zijn twee groepen antigenen belangrijk...
Soorten RBC-antigenen.
Links groot type AB0,
rechts type Rh

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedgroepen
1 Antigenen van het AB0-systeem
  • cellen die antigeen A hebben (zijn van bloedgroep A)
  • cellen die antigeen B hebben (zijn van bloedgroep B)
  • cellen die beide antigenen hebben (zijn bloedgroep AB)
  • cellen die niets hebben (zijn bloedgroep 0 - nul)

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedgroepen
2 Antigenen van het Rh-systeem
  • cellen die antigeen Rh hebben krijgen naast hun bloedgroep de toevoeging positief
  • cellen die dat niet hebben zijn negatief

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedgroepen
Bij bloedgroepen zijn ook de antistoffen belangrijk
  • dat zijn plasma-eiwitten
  • A heeft antistof-B
  • B heeft antistof-A
  • AB heeft geen antistoffen
  • 0 heeft beide antistoffen
  • Rh heeft geen antistoffen

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7.2 bloed en samenstelling
Bloedgroepen hebben ook te maken met antistoffen
  • dat zijn plasmaeiwitten
  • men heeft antistoffen van de bloedgroep die men niet heeft
  • van nature heeft men geen Rh-antistoffen

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht
met zijn tweeen inleveren als jullie klaar zijn

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tijd voor een quiz..

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions