Ontdek perspectief, thema en motieven in de Nederlandse literatuur

Ga zitten volgens plattegrond, pak je leesboek en duik in de wereld van je verhaal
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Ga zitten volgens plattegrond, pak je leesboek en duik in de wereld van je verhaal

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Open plek
De open plek is een gedeelte in een tekst binnen een verhaal of roman die voor de lezer onduidelijk is en die vragen oproept. Open plekken maakt de lezer dan ook actief. De lezer gaat zichzelf vragen stellen over de tekst en gaat op zoek naar passages waarmee hij de onduidelijkheden kan wegnemen. De ruimte tussen een open plek en de beantwoording ervan noemen we een spanningsboog


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontdek perspectief, thema en motieven in de Nederlandse literatuur

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ken je de verschillende soorten vertelperspectieven en kun je de begrippen thema en motieven in de Nederlandse literatuur uitleggen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over perspectief, thema en motieven?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is perspectief?
Perspectief verwijst naar het standpunt van waaruit het verhaal wordt verteld.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten perspectief
Er zijn verschillende soorten perspectief:
ik-perspectief: merkbare verteller en de verteller is een personage in het verhaal
hij/zij-perspectief: verteller is niet merkbaar aanwezig; het verhaal vertelt 'zichzelf'
alwetend perspectief: verteller is merkbaar aanwezig, maar geen personage

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Open vraag - Perspectief:
Hoe beïnvloedt het perspectief waaruit een verhaal wordt verteld je perceptie van de gebeurtenissen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een thema?
Een thema is het centrale onderwerp of de boodschap van een verhaal.
*  de gevolgen van WO II voor hoofdpersoon Anton (De aanslag)
*  liefde overwint alles (Doornroosje)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je een thema?
Een thema kan worden afgeleid uit personages, gebeurtenissen en symboliek in een verhaal.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar de volgende animatiefilm

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is volgens jou het belangrijkste thema van dit verhaal?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn motieven?
Motieven zijn terugkerende elementen, symbolen of thema's in een verhaal. Herhaling is hierbij essentieel.
* abstracte motieven: geluk, vriendschap, studie, de dood, etc.
* leitmotieven: voorwerpen, kleuren, muziek, etc.  
* klassieke motieven: broedermoord (Kain en Abel-motief uitde Bijbel)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke motieven zie je in de getoonde film? Noem er drie!

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke motieven ben je inmiddels
tegengekomen in je leesboek?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

In de les over ruimte heb je geleerd dat een ruimte sferisch en/of symbolisch kan zijn. Hier lijkt nogal wat symboliek aanwezig.
Geef een voorbeeld + uitleg

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
In deze les hebben we geleerd over perspectief, thema en motieven in de Nederlandse literatuur.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.