Grammatica les 4 - Instructie week 22

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leuk als je je camera aanzet!
  • Nieuw: bijwoordelijke bepaling
  • Laatste les Grammatica (volgende week herhalen)
  • Kleurtjes bij de hand: pv, ow, lv, mw, bwb
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leuk als je je camera aanzet!
  • Nieuw: bijwoordelijke bepaling
  • Laatste les Grammatica (volgende week herhalen)
  • Kleurtjes bij de hand: pv, ow, lv, mw, bwb

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Maak een foto met een pv, ow en lv. Je lv is een boek of een spelletje!
timer
2:30

Slide 4 - Question ouverte

Herhaling vorige les
Werkwoord heeft drie rollen:
1e rol: OW (voert de handeling uit)
2e rol: LV (ondergaat de handeling)
3e rol: MW (de ontvanger)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

STAP 6: meewerkend voorwerp 
AAN WIE/WAT + wwg + OW + LV (de ontvangende partij)

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Stap 7: Bijwoordelijke bepaling
De prullenbak van de zinsdelen: alle zinsdelen die overblijven nadat je stap 1 t/m 6 hebt gehad!

Stel jezelf de vragen: waar, wanneer, waarom, hoelang, waarheen, waarvandaan, hoe en waarmee?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Noteer de bwb: Morgen ga ik met dat leuke hondje door de stad wandelen.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Benoem de zinsdelen: De verpleegster verzorgt de oude man in het verzorgingstehuis.
timer
2:30

Slide 13 - Question ouverte

Zinsontleding
De verpleegster verzorgt de oude man in het verzorgingstehuis.
OW                          PV/WWG            LV                         BWB                                   

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

timer
2:30

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke uitspraak best op dit moment het best bij jou?
A
Ik begrijp alles
B
Ik begrijp bijna alles
C
Ik moet meer oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 18 - Quiz

timer
2:30

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welke uitspraak best op dit moment het best bij jou?
A
Ik begrijp alles
B
Ik begrijp bijna alles
C
Ik moet meer oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 21 - Quiz

timer
2:30

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Welke uitspraak best op dit moment het best bij jou?
A
Ik begrijp alles
B
Ik begrijp bijna alles
C
Ik moet meer oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 24 - Quiz

timer
2:30

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Welke uitspraak past op dit moment het beste bij jou?
A
Ik begrijp alles
B
Ik begrijp bijna alles
C
Ik moet meer oefenen
D
Ik heb extra uitleg nodig

Slide 27 - Quiz

Heb je behoefte aan een extra workshop grammatica zinsdelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Weektaak week 22
  • Maak les 2 (bwb) van Grammatica 3

  • Bekijk de uitlegfilmpjes van Grammatica
  • Neem volgende week kleurtjes mee

Slide 29 - Diapositive