Grammatica 3 les 3 - NWG

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planning vandaag

- Test Lezen 4 (3x): vragen/inzien? Vrijdag in team 2

- Herhaling Grammatica 

- Grammatica 3 les 3

Herhaling

Stijn geeft op vrijdag de mooie bloemen aan zijn lieve vriendin 

OW: Stijn        PV/WWG: geeft          BWB: op vrijdag       

LV: de mooie bloemen      MW: aan zijn lieve vriendin

Weektaak

--> Maak Grammatica 3 les 3

--> Maak voor jezelf een overzicht van de zinsdelen

--> Maak het oefenblad (per groepje uitleggen per stap)

Maak zelf een zin met een OW, PV/WWG, LV, MW (en BWB).

STAP 2: werkwoordelijk gezegde

PV + alle werkwoorden in een zin

Johan heeft een cadeau gekregen

Ze maakte haar bed op.

Ze liggen te slapen.

Naamwoordelijk gezegde

Een zin heeft een werkwoordelijk gezegde 

                       OF!

Een zin heeft een naamwoordelijk gezegde

NWG: Koppelwerkwoord + voornaamwoord

NWG

1) Zoek de PV, het OW en de overige WW

2) Stel de vraag: Wat + PV + OW + overige WW --> naamwoordelijk deel

3) NWG = alle werkwoorden + naamwoordelijk deel

NWG

- Het gaat over 'iets zijn'

Tante Elly [ is chirurg.]

Zij [ is ziek geworden.]

Je zus [ zal later een goede zangeres worden].

Youssef zal een heel goede voetballer worden. (NWG, PV, OW)?

Naamwoordelijk gezegde

Mijn vader is op zijn studeerkamer
Wie of wat is mijn vader = ?

Deze zin heeft dus geen naamwoordelijk gezegde. 

Weektaak

--> Maak Grammatica 3 les 3

--> Maak voor jezelf een overzicht van de zinsdelen

--> Maak het oefenblad (per groepje uitleggen per stap)

STAP 1: PERSOONSVORM

1. De zin vragend maken
2. De zin in een andere tijd zetten
3. Verander de zin van getal (meervoud --> enkelvoud of andersom)

STAP 2: werkwoordelijk gezegde

PV + alle werkwoorden in een zin

Johan heeft een cadeau gekregen

Ze maakte haar bed op.

Ze liggen te slapen.

STAP 3: ZINSDELEN

• Een woord of groepje woorden dat bij elkaar hoort

• Je kunt een zinsdeel in zijn geheel voor de PV zetten

• De man | geeft | het meisje | een appel

STAP 4: ONDERWERP

WIE/WAT + wwg --> Onderwerp (Wie doet het?)

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

STAP 5: LIJDEND VOORWERP

WIE/WAT + wwg + OW --> LV (Wie ondergaat het?)

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

STAP 6: meewerkend voorwerp 

AAN WIE/WAT + wwg + OW + LV (de ontvangende partij)

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

Stap 7: Bijwoordelijke bepaling

De prullenbak van de zinsdelen: alle zinsdelen die overblijven nadat je stap 1 t/m 6 hebt gehad!

Stel jezelf de vragen: waar, wanneer, waarom, hoelang, waarheen, waarvandaan, hoe en waarmee?

Welke uitspraak best op dit moment het best bij jou?

1. Ik begrijp alles
2. Ik begrijp bijna alles
3. Ik moet meer oefenen
4. Ik heb extra uitleg nodig

Welke uitspraak past op dit moment het beste bij jou?

1. Ik begrijp alles
2. Ik begrijp bijna alles
3. Ik moet meer oefenen
4. Ik heb extra uitleg nodig

Welke uitspraak past op dit moment het beste bij jou?

1. Ik begrijp alles
2. Ik begrijp bijna alles
3. Ik moet meer oefenen
4. Ik heb extra uitleg nodig

Welke uitspraak past op dit moment het beste bij jou?

1. Ik begrijp alles
2. Ik begrijp bijna alles
3. Ik moet meer oefenen
4. Ik heb extra uitleg nodig

Heb je behoefte aan een extra workshop grammatica zinsdelen?

1. Ja
2. Nee

Weektaak 23

• Bekijk alle uitlegfilmpjes
• Maak alles lessen in Plot
• Volgende week: 

Oefentoets!