Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Planning
- X-chromosomale kruisingen uitleg
- oefenen:
3.4 geslachtschromosomen opdrachten
werkblad
Slide 1 - Diapositive
Ik kan een kruisingsschema van een monohybride kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 .
A
Dit lukt mij zelden.
B
Wel kruisingsschema's, geen conclusies.
C
Het lukt even vaak wel als niet.
D
Het lukt mij meestal.
Slide 2 - Quiz
Een halflangharige cavia heeft een intermediair fenotype. Halflangharige cavia's worden geboren door een kruising tussen een normaalharige cavia en ene langharige cavia. Twee halflangharige cavia's paren met elkaar.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling van dit paar halflangharig is?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 3 - Quiz
Manx-katten:
Bij Manx katten: mm: met staart, Mm: staartloos, MM: niet geboren Een kat mét, en een kat zonder staart worden gekruist. Bereken het % katten dat zonder staart wordt geboren.
Slide 4 - Question ouverte
Wat zijn de mogelijke bloedgroepen?
Slide 5 - Diapositive
Beginnen met een quize en eventueel eindigen met stof over paragraaf 4
Slide 6 - Diapositive
wat zijn de mogelijke genotypen van de bloed groepen?
Slide 7 - Diapositive
ouders met bloedgroep A (hetrozygoot) en bloedgroep AB krijgen een kind hoe groot is dan de kans dat het kind bloedgroep B krijgt?
Slide 8 - Diapositive
ouders met bloedgroep A (hetrozygoot) en bloedgroep AB krijgen een kind hoe groot is dan de kans dat het kind bloedgroep B krijgt?
25%
Slide 9 - Diapositive
een kind heeft bloed groep O en zijn moeder heeft bloed groep A wat is dan de bloed groep van de vader ?
Slide 10 - Diapositive
een kind heeft bloed groep O en zijn moeder heeft bloed groep A wat is dan iedergeval niet de bloed groep van de vader ?
AB
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Aan de slag
Werkblad bloedgroepen
Slide 14 - Diapositive
X-Chromosomale kruisingen
Planning:
- Uitleg
- Werkblad
Slide 15 - Diapositive
Kun je nummers lezen?
Testje:
Slide 16 - Diapositive
Kleurenblindheid
1 op de 12 mannen
1 op de 250 vrouwen
Zouden we het verschil tussen mannen en vrouwen bij sommige erfelijke eigenschappen kunnen verklaren??
Slide 17 - Diapositive
Doelstellingen
Je weet hoe geslacht bepaald wordt bij zoogdieren
Je kunt het stappenplan voor kruisingsvraagstukken toepassen bij eigenschappen die op het X-chromosoom liggen
Je kunt uit een stamboom afleiden of eigenschappen X-chromosomaal kunnen overerven.
Slide 18 - Diapositive
Autosomaal / X-chromosomaal
Open BINAS 70B, dit is een karyogram
Chromosoomparen 1 t/m 22 zijn Autosomen
Chromosoompaar 23 kan bestaan uit:
een X- en een X -chromosoom (vrouw)
een X- en een Y-chromosoom (man)
Slide 19 - Diapositive
Het gen voor een autosomale eigenschap kan liggen op:
A
Het X-chromosoom
B
Het Y-chromosoom
C
Chromosoom 1
D
Elk van chromosoom 1 t/m 22
Slide 20 - Quiz
KEUZE
Je snapt monohybride kruisingen:
lees X-chromosomale kruisingen, maak bijbehorende oefenopgaven: BS 3: 40, 42, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 52, 53, BS 4: Doorlezen. Probeer opdracht 55 te maken. Snap je dit? Ga dan door met opdracht 56, 58, 59.
Laat het door mij controleren. Daarna mag je gaan.
Je snapt dat nog niet, of je vindt uitleg wel fijn:
Luister naar de uitleg en maak aantekeningen
Slide 21 - Diapositive
Monohybride kruising
= kruising waarbij je let op de overerving van één eigenschap.
Één genenpaar betrokken:
Slide 22 - Diapositive
Multipele allelen
Voor één erfelijke eigenschap bestaan drie of meer verschillende allelen. Bijv. bloedgroepen --> allelen:
Slide 23 - Diapositive
Letale factor
Een allel dat geen levensvatbaar individu oplevert als een genenpaar bestaat uit twee van zulke allelen.
Als beide ouders dezelfde letale factor bezitten, wordt een deel van de verwachte nakomelingschap niet geboren.
Slide 24 - Diapositive
Stamboom
Gebruik dit voor de volgende vraag. De stamboom van een Egyptische faraodynastie. Geschiedkundigen vermoeden dat Aahotep I drager was van een zeer zeldzaam, autosomaal recessief overervend allel.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Is uit de stamboom af te leiden of dit allel autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
C. Nee, dit is niet hieruit op te maken.
Slide 28 - Quiz
schildpadpoes
zwarte poes
Slide 29 - Diapositive
Bij katten wordt de vachtkleur onder andere bepaald door een X-chromosomaal gen met een allel voor rode vacht en een allel voor zwarte vacht. Poezen kunnen een rode vacht hebben, een schildpadvacht of een zwarte vacht. Schildpadvacht is het intermediaire fenotype.
Een poes met een schildpadvacht paart met een rode kater. Bereken de kans dat de eerste poes die wordt geboren een schildpadpoes is.
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Diapositive
Bij mensen komt een afwijking voor waarbij pigmenten in bepaalde weefsels ontbreken. Mensen met een dergelijke afwijking worden albino's genoemd. Een albino man trouwt met een niet-albino vrouw. Hun eerste dochter is een albino.
- Leg uit of albinisme dominant/recessief is - Leg uit of albinisme wel/niet/mogelijk X-chromosomaal is.