Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Het Zenuwstelsel
thema 5 BvJ BS3
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven
Je kunt de bouw, functies en werking van het zenuwstelsel beschrijven
Slide 2 - Diapositive
Begrippen BS3
centrale zenuwstelsel
perifere zenuwstelsel
animale zenuwstelsel
autonome zenuwstelsel
prikkel
impuls
receptor
conductor
effector
neuronen
neurotransmitter
dendriet
axon
myelineschede
synaps
motorische zenuwcel
sensorische zenuwcel
schakelcel
hersenschors
grijze stof
witte stof
hersenstam
gevoelscentra
bewegingscentra
ruggenmerg
ruggenmergszenuwknopen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
00:25
Centrale zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
Grote hersenen
Hersenstam
Hersenzenuw
Ruggenmergzenuw
Kleine hersenen
Slide 5 - Question de remorquage
01:24
Willekeurige zenuwstelsel heet ook wel het animale zenuwstelsel
Onwillekeurige zenuwstelsel heet ook wel het autonome zenuwstelsel
Slide 6 - Diapositive
Route van communicatie
Prikkel: invloed uit de omgeving van een organisme
Impuls: elektrisch signaal
Sensorische zenuw: van receptor naar centraal zenuwstelsel
Motorische zenuw: van centraal zenuwstelsel naar effector
Slide 7 - Diapositive
Binas 88A
Receptor
Effector
CZS
Motorische zenuwcel
Sensorische zenuwcel
Slide 8 - Question de remorquage
Bouw zenuwcel
Axon (neuriet) : uitloper die impuls van het cellichaam af geleidt
Dendriet: uitloper die impuls naar het cellichaam toe geleidt
Slide 9 - Diapositive
Soorten zenuwcellen
Sensorische zenuwcel
- Van receptor naar CZS
- 1 lange dendriet en 1 korte axon
- Cellichaam dichtbij CZS
Schakelcel
- Binnen CZS
Motorische zenuwcel
- CZS naar effector
- Meerdere korte dendrieten en 1 lange axon
- Cellichamen in CZS
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
De hoeveelheid neurotransmitter, die per tijdseenheid door een bepaalde zenuwcel in een synapsspleet wordt gebracht, is niet constant. Waar hangt deze hoeveelheid vanaf?
A
De sterkte van aankomende impulsen
B
De frequentie waarmee impulsen aankomen
C
De herkomst van aankomende impulsen
Slide 12 - Quiz
Impulsgeleiding
Cellen van Schwann zorgen voor isolatie rondom de uitlopers van zenuwcellen. De impuls 'springt' van opening naar opening en gaat daardoor sneller
Slide 13 - Diapositive
Gebruik je Binas slim.
De cellichamen van sensorische cellen liggen net buiten het CZS aan de rugzijde
Slide 14 - Diapositive
Gebruik je Binas slim.
Cellichamen van schakelcellen liggen in de grijze stof in het ruggenmerg en de hersenen
Slide 15 - Diapositive
Gebruik je Binas slim.
De richting van het actiepotentiaal is de richting van de impuls, dus uit de afbeelding kan je halen sensorisch naar CZS etc.