Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
foute verwijswoorden
Formuleren :
Fouten met verwijswoorden
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Formuleren :
Fouten met verwijswoorden
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Het, dit, dat zijn verwijswoorden. Ze verwijzen naar:
A
de-woord enkelvoud
B
het-woord enkelvoud
C
woorden in het meervoud
D
een hele zin of een deel van een zin
Slide 4 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 5 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 6 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 7 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'leerling'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 8 - Quiz
Daar loopt het meisje .............. ik mijn boek uitgeleend heb.
A
waaraan
B
aan wie
Slide 9 - Quiz
De hond, ................ ik wandel, is nog niet zindelijk
A
met wie
B
waarmee
Slide 10 - Quiz
In welke zin is het verwijswoord onjuist
A
Hij noemde het aantal personen dat corona heeft.
B
Dat was mooi voor wie voor Ajax is.
C
Dat is wat je moet doen.
D
Hij las een boek wat hij van zijn oma kreeg
Slide 11 - Quiz
Kies uit:
Toen de discotheek werd gesloten, verloren al [haar|zijn] medewerkers hun baan.
A
haar
B
zijn
Slide 12 - Quiz
Het instituut ... steun verleent aan blinden en slechtzienden, heet Bartiméus.
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 13 - Quiz
Vorige week heb ik een schilderij gekocht, die ik heel mooi vind
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quiz
Het schilderij wat ik het mooiste vind, heb ik gekocht.
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quiz
Kan de politie een agent ... zo veel klachten zijn, niet beter ontslaan?
A
over wie
B
waarover
C
over wat
D
over die
Slide 16 - Quiz
Kies uit:
Obelix, [met wie|waarmee] Asterix altijd spannende avonturen beleeft, houdt van everzwijnen. juiste verwijswoord
A
Met wie
B
Waarmee
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Het verwijswoord hun is in een zin altijd meewerkend voorwerp.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
..............hebben alles goed gemaakt
A
Hun
B
Hen
C
Zij
Slide 21 - Quiz
We hebben het ......... al verteld.
A
hun
B
hen
Slide 22 - Quiz
We zullen de beker morgen aan .......... overhandigen.
A
hun
B
hen
Slide 23 - Quiz
Ik heb ........ dat ook zien doen.
A
hun
B
hen
Slide 24 - Quiz
Bourgogne, de streek rond de stad Dijon, is bekend om ... wijnproductie
A
hun
B
zijn
C
haar
D
hen
Slide 25 - Quiz
Rijkswaterstaat is een ministerieel agentschap ... de rijkswegen beheert.
A
wie
B
wat
C
die
D
dat
Slide 26 - Quiz
Mijn vriendinnen wilden dat ik vanmiddag met ... een terrasje zou pakken
A
zij
B
hij
C
hen
D
hun
Slide 27 - Quiz
Zodra jullie dit formulier hebben ingevuld, moeten jullie ... retourneren
A
die
B
deze
C
het
D
haar
Slide 28 - Quiz
Waarom hebben jullie niet alles geleerd ... de docent had opgegeven?
A
dat
B
wat
C
die
D
wie
Slide 29 - Quiz
De kleintjes mochten bij de Sint op schoot en Piet gaf ... een cadeautje
A
hen
B
hun
C
haar
D
hem
Slide 30 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 31 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 32 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'volk'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 33 - Quiz
Het spannendste boek ... Roos ooit gelezen heeft, is Boy 7 van Miriam Mous.
A
dat
B
wat
C
die
D
wie
Slide 34 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 35 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Herhalen formuleren
Février 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3hv 5. Grammatica/6. Formuleren: Fouten met verwijzen
Octobre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Fouten met verwijswoorden
Mars 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Fouten met verwijswoorden - klas 3
Janvier 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
debatteren 3c
Novembre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Vergeet vaagtaal
Mars 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zaterdag 13 april 2024 - Cursus 6 Formuleren par. 3 en 4 verwijswoorden
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
10 te vermijden fouten
Septembre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
pav, Nederlands
Secundair onderwijs