Fouten met verwijswoorden - klas 3
1 / 24
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vervang het foute verwijswoord.
Het spannendste boek [wat] Roos ooit gelezen heeft, is Boy 7 van Miriam Mous.
Het spannendste boek [wat] Roos ooit gelezen heeft, is Boy 7 van Miriam Mous.
Slide 2 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Bourgogne, de streek rond de stad Dijon, is bekend om [haar] wijnproductie.
Bourgogne, de streek rond de stad Dijon, is bekend om [haar] wijnproductie.
Slide 3 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Het instituut [die] steun verleent aan blinden en slechtzienden, heet Bartiméus.
Het instituut [die] steun verleent aan blinden en slechtzienden, heet Bartiméus.
Slide 4 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Kan de politie de agent [waarover] zo veel klachten zijn, niet beter ontslaan?
Kan de politie de agent [waarover] zo veel klachten zijn, niet beter ontslaan?
Slide 5 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Rijkswaterstaat is het ministeriële agentschap [die] de rijkswegen beheert.
Rijkswaterstaat is het ministeriële agentschap [die] de rijkswegen beheert.
Slide 6 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Mijn vriendinnen wilden dat ik vanmiddag met [hun] een terrasje zou pakken.
Mijn vriendinnen wilden dat ik vanmiddag met [hun] een terrasje zou pakken.
Slide 7 - Question ouverte
Welk verwijswoord is fout?
Een meisje wat aan voetbal doet, was in 1960 nog een vreemd verschijnsel.
Een meisje wat aan voetbal doet, was in 1960 nog een vreemd verschijnsel.
Slide 8 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Een meisje [wat] aan voetbal doet, was in 1960 nog een vreemd verschijnsel.
Een meisje [wat] aan voetbal doet, was in 1960 nog een vreemd verschijnsel.
Slide 9 - Question ouverte
Welk verwijswoord is fout?
Zodra jullie dit formulier hebben ingevuld, moeten jullie hem retourneren.
Zodra jullie dit formulier hebben ingevuld, moeten jullie hem retourneren.
Slide 10 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Zodra jullie dit formulier hebben ingevuld, moeten jullie [hem] retourneren.
Zodra jullie dit formulier hebben ingevuld, moeten jullie [hem] retourneren.
Slide 11 - Question ouverte
Welk verwijswoord is fout?
Waarom hebben jullie niet alles geleerd dat de docent had opgegeven?
Waarom hebben jullie niet alles geleerd dat de docent had opgegeven?
Slide 12 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Waarom hebben jullie niet alles geleerd [dat] de docent had opgegeven?
Waarom hebben jullie niet alles geleerd [dat] de docent had opgegeven?
Slide 13 - Question ouverte
Welk verwijswoord is fout?
Uw administratiesysteem is verouderd en daarom gebruiken we die niet meer.
Uw administratiesysteem is verouderd en daarom gebruiken we die niet meer.
Slide 14 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Uw administratiesysteem is verouderd en daarom gebruiken we [die] niet meer.
Uw administratiesysteem is verouderd en daarom gebruiken we [die] niet meer.
Slide 15 - Question ouverte
Welk verwijswoord is fout?
Volgens mij heeft dit apparaat door de jaren heen haar diensten wel bewezen.
Volgens mij heeft dit apparaat door de jaren heen haar diensten wel bewezen.
Slide 16 - Question ouverte
Vervang het foute verwijswoord.
Volgens mij heeft dit apparaat door de jaren heen [haar] diensten wel bewezen.
Volgens mij heeft dit apparaat door de jaren heen [haar] diensten wel bewezen.
Slide 17 - Question ouverte
Is hier een fout met een verwijswoord?
Vanwege de gevechten heeft het Rode Kruis zijn personeel teruggetrokken.
Vanwege de gevechten heeft het Rode Kruis zijn personeel teruggetrokken.
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Is hier een fout met een verwijswoord?
De klant accepteert de prijsverhoging niet, want hij is in strijd met de afspraak.
De klant accepteert de prijsverhoging niet, want hij is in strijd met de afspraak.
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quiz
Is hier een fout met een verwijswoord?
Ellen is op zoek naar een vriend waarop ze volledig kan vertrouwen.
Ellen is op zoek naar een vriend waarop ze volledig kan vertrouwen.
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Is hier een fout met een verwijswoord?
Omdat de reünie een succes was, gaan we hem nu om de vijf jaar organiseren.
Omdat de reünie een succes was, gaan we hem nu om de vijf jaar organiseren.
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Is hier een fout met een verwijswoord?
De verzekeringsmaatschappij geeft haar cliënten volgend jaar een winstdeling.
De verzekeringsmaatschappij geeft haar cliënten volgend jaar een winstdeling.
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
Wat gaat hier mis? Leg uit.
Ellen zei vanochtend tegen Louise dat Mark graag verkering met haar wilde.
Ellen zei vanochtend tegen Louise dat Mark graag verkering met haar wilde.
Slide 23 - Question ouverte
Wat gaat hier mis? Leg uit.
Nathan heeft van alles gelezen over de Indonesische folklore, maar hij is er nog nooit geweest.
Nathan heeft van alles gelezen over de Indonesische folklore, maar hij is er nog nooit geweest.
