Grammatica zinsdelen H4 samengestelde zinnen.

Grammatica blok 7
Grammatica H4 en H5

- samengestelde zinnen 
- hoofdzinnen
- bijzinnen
-zinsdeelzinnen

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica blok 7
Grammatica H4 en H5

- samengestelde zinnen 
- hoofdzinnen
- bijzinnen
-zinsdeelzinnen

Slide 1 - Diapositive

Grammatica zinsdelen H4
- samengestelde zinnen

* hoofdzinnen 
*bijzinnen 

Slide 2 - Diapositive

enkelvoudige zin

1 persoonsvorm

Ik maak nooit huiswerk.

Ik kijk alleen maar Netflix. 
samengestelde zin

2 of meer persoonsvormen

Ik maak nooit huiswerk, want ik kijk alleen maar Netflix. 

Slide 3 - Diapositive


Hij zei dat hij meer
dan drie uur getennist had.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 4 - Quiz

Het verstand komt met de jaren.
A
samengesteld
B
enkelvoudig

Slide 5 - Quiz

Heb jij weleens een pepermunt in een fles cola gedaan?
A
Samengesteld
B
Enkelvoudig

Slide 6 - Quiz


Als je dat liever niet doet, hoor ik het wel.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 7 - Quiz

Samengestelde zin 
Hoofdzin + bijzin
Hoofdzin + Bijzin 
Bijzin + Hoofdzin 



NOOIT: BIJZIN + BIJZIN

Slide 8 - Diapositive

Hoofdzin

- Belangrijkste zin


- Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar


- Je kunt er niks tussen zetten. 

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, omdat ik aan het Netflixen was. 
pv = heb, ow = ik

Ik niet heb mijn huiswerk niet gemaakt --> KAN NIET
Dus -> Hoofdzin 

Slide 9 - Diapositive

Bijzin

- Kun je vervangen door 1 woord.

- Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar OF je kunt er iets tussen zetten. 
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, omdat ik aan het Netflixen was . 
pv = was, ow = ik

Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar, dus bijzin.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Tim pakt limonade, omdat hij dorst heeft.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + bijzin

Slide 12 - Quiz

Ik heb buikpijn, maar ik ga toch naar school.
A
bijzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
bijzin + bijzin
D
hoofdzin + bijzin

Slide 13 - Quiz

Terwijl moeder het beslag maakt, zet Evi de oven aan.
A
bijzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
bijzin + bijzin
D
hoofdzin + bijzin

Slide 14 - Quiz

De oude man zit op de kruk, omdat hij moe is.
A
bijzin + bijzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
bijzin + hoofdzin
D
hoofdzin + bijzin

Slide 15 - Quiz

Stijn draagt de tas en James loopt met de hond.
A
bijzin + hoofdzin
B
bijzin + bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
hoofdzin + hoofdzin

Slide 16 - Quiz

Omdat mijn vader chagrijnig is, mogen wij niet uit vanavond.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
enkelvoudige zin

Slide 17 - Quiz

Er zijn zinnen die meer hoofd- en bijzinnen bevatten.


'Wanneer ik op de snelweg invoeg, trap ik het gaspedaal vol in en ik schakel pas naar de vierde versnelling als de kilometerteller honderd aanwijst.'


Slide 18 - Diapositive

Tot de onderhandelaars een akkoord gesloten hadden, wilden ze de pers niet vertellen wat ze aan het bespreken waren.
A
1 bijzin
B
geen bijzin
C
2 bijzinnen
D
3 bijzinnen

Slide 19 - Quiz

Tot de onderhandelaars een akkoord gesloten hadden, wilden ze de pers niet vertellen wat ze aan het bespreken waren.


Tot de onderhandelaars een akkoord gesloten hadden =
A
bijzin
B
hoofdzin

Slide 20 - Quiz

Tot de onderhandelaars een akkoord gesloten hadden, wilden ze de pers niet vertellen wat ze aan het bespreken waren.

wilden ze de pers niet vertellen =
A
bijzin
B
hoofdzin

Slide 21 - Quiz

Tot de onderhandelaars een akkoord gesloten hadden, wilden ze de pers niet vertellen wat ze aan het bespreken waren.

wat ze aan het bespreken waren =
A
bijzin
B
hoofdzin

Slide 22 - Quiz

Aan het werk
- Maak op It's Learning opdracht 1, 2 en 3
 (blz 119 in je boek)

Slide 23 - Diapositive