hfst 2 par 3 Leven in het Romeinse rijk 2 lessen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

AFSPRAKEN

• Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
• Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
• Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
• Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
• Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

• Herhalen
• leerdoelen bespreken
• paragraaf 3 uitleg
• maken vragen paragraaf 3
• leerdoelen  bespreken

Wat gaan we doen?

• De Romeinen wisten een groot rijk te veroveren door middel van een beroepsleger.
• Zij maakten van veroverde volken hun bondgenoten. 
• De Romeinen veroverden de zuidelijke gebieden van Nederland.
• Hier woonden de Germanen (Friezen/Bataven). 
• Hierdoor werden de Romeinse en de Germaanse cultuur gemengd. 
• Dit leverde een nieuwe cultuur op.

Herhaling

• Je kan uitleggen hoe Romeinen hun rijk bestuurden
• Je kan beschrijven hoe de Romeinse samenleving werkte
• Je kan twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur
• Je kunt de volgende begrippen omschrijven: democratie, burgers, keizer, democratie, burgers, keizer en Grieks-Romeinse cultuur

Leerdoelen

Bestuur van het Romeinse Rijk:

• 750 v. Chr - 500 v. Chr 
  Koninkrijk
• 500 v. Chr - 48 v. Chr 
  Rijke mannen aan de macht
• 48 v. Chr - 500 n. Chr.
  Keizerrijk 

750 v. Chr - 500 v. Chr: Koninkrijk

• De koningen kwamen uit belangrijke families
• De laatste koning zorgde slecht voor zijn volk
• Hij werd verjaagd. Er kwam een nieuw soort bestuur

500 v. Chr - 48 v. Chr: Koninkrijk

• De rijke mannen waren aan de macht
• Na protesten ook de arme mannen
• Zo ontstond democratie
  - Burgers beslissen wie de bestuurders zijn 
• Veel ruzies tussen arm en rijk
• Groot rijk, moeilijk te besturen

48 v. Chr - 500 n. Chr: Keizerrijk

• Tussen 48 - 27 v. Chr. willen verschillende legerleiders aan de macht komen
• De winnaar van deze strijd mocht zich keizer noemen
• De eerste keizer was Augustus

Maken vragen 1 t/m 10

(blz 61 t/m 63)

AFSPRAKEN

• Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
• Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
• Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
• Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
• Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Er waren veel sociale verschillen in het Romeinse Rijk:

• mensen met en zonder burgerrecht
• vrije mensen en mensen in slavernij
• veel en weinig macht
• man of vrouw

Mensen met en zonder burgerrecht

• Burgerrechten: rechten die een burger van een land heeft 
• Romeins burgerrecht: je betaalde minder belasting, je mocht meebesturen.
• In veroverde gebieden kon je Romeins burgerrecht krijgen als me meevocht in het Romeinse leger.

Vrije mensen en mensen in slavernij

• Tijdens oorlogen namen Romeinen mensen gevangen
• Zij werden tot slaaf gemaakt
• Romeinen die hun schuld niet konden betalen, werden soms tot slaaf gemaakt
• Heel soms kon je je vrijheid terugkrijgen

Veel macht en weinig macht

• Veel macht: mensen met veel land, hoge baan in bestuur, hoge baan in leger.
• Minder macht: handelaren en ambachtslieden
• Bijna geen macht: boeren en armen zonder werk
• Geen macht: tot slaaf gemaakten

Man of vrouw

• Man: land besturen, leger, beslissingen nemen
• Vrouw: zorgen voor het huishouden
  - rijke vrouwen lieten huishouden doen door tot slaaf gemaakten. 

In het zuiden van Italië woonden Griekse mensen.

Zij hadden daar Griekse tempels, theaters en andere gebouwen gebouwd. 

De Romeinen waren erg onder de indruk en wilden dit kopiëren. 

Grieks-Romeinse cultuur

De Romeinen namen over van de Grieken:

• Goden (alleen andere namen)
• Griekse gewoontes (olijfolie, baden in een badhuis)

De Romeinen hadden ook eigen gewoontes:

• keizers vereren als goden
• paardenrennen organiseren
• aquaducten bouwen

De vermenging van de Griekse en de Romeinse cultuur noemen we de 

Grieks-Romeinse cultuur. 

Deze cultuur werd verspreid over het hele Romeinse Rijk.

Om welke twee redenen wilden de Romeinen gebieden veroveren?
Twee antwoorden zijn er goed, je kan er maar 1 kiezen

1. De Romeinen wilden de handel beschermen en uitbreiden
2. De Romeinen wilden een stad dichter bij de zee veroveren
3. De Romeinen wilden hun stad beschermen
4. De Romeinen wilden meer mensen tot slaaf maken

Maak de juiste combinaties.

Sleep de witte blokken op de juiste groene blokken.

Rond 750 v. Chr.

3e eeuw voor Chr.

2e eeuw na Chr.

Rond 500 na Chr.

Romeinse Rijk op zijn grootst

Het grootste deel van Italië is veroverd

Einde Romeinse Rijk

Rome ontstaat

Welke periode hoort bij de oudheid?

1. 5000 v. Chr - 3000 v. Chr.
2. 3000 v. Chr. - 500 na Chr.
3. 500 v. Chr. - 1000 na Chr.
4. 500 na Chr. - 1500 na Chr.

Welke twee zinnen horen bij een beroepsleger?
Twee zijn er goed, 1 kan je er maar aanklikken

1. Alle soldaten komen uit veroverde gebieden
2. De soldaten mogen veel zelf bepalen
3. De soldaten zijn goed getraind
4. Voor de soldaten is vechten hun werk

Wat is een bondgenoot?

1. Een volk of land dat een beroepsleger heeft
2. Een volk of land dat samenwerkt met een ander volk of land
3. Een volk of land dat zijn eigen leiders houdt
4. Een volk of land dat zoveel mogelijk gebieden wil veroveren

Wat mochten de mensen in veroverde gebieden
houden van de Romeinen?

1. Hun eigen belastingen
2. Hun eigen bondgenoten
3. Hun eigen leger
4. Hun eigen leiders

Wat is een democratie?

1. Een bestuur waarbij het volk beslist wie de bestuurders zijn
2. Een bestuur waarbij iemand in zijn eentje de baas is
3. Een heel groot rijk dat wordt bestuurd door een koning of een keizer
4. Een land dat wordt bestuurd door een vorst

Wat waren twee voordelen van het Romeinse burgerrecht?

Als je man was, kon je meebesturen

Je hoefde minder belasting te betalen

Je hoefde niet mee te werken in het huishouden

Je hoefde niet te werken

Je kon niet tot slaaf gemaakt worden

Wat namen de Romeinen over van de Grieken?

De aquaducten

De bouwkunst

De goden

De paardenrennen

Het maken van beelden

Het vereren van keizers als goden

De Romeinen namen veel over van de Griekse cultuur.
Welk begrip hoort daarbij?

Laatste vraag

1. Aquaducten
2. Burgerrecht
3. Democratie
4. Grieks-Romeinse cultuur