Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Verzendmethoden
Slide 1 - Diapositive
Leervragen
Welke verschillende verzendmethoden zijn er?
Hoe kies je de juiste verzendmethode?
Slide 2 - Diapositive
Denk aan je laatste bestellen: Hoe werd het geleverd?
Slide 3 - Question ouverte
Verzendmethoden
De verzend methode = de manier waarop producten naar de klant worden verzonden. Juiste keus is afhankelijk van: - Grootte/gewicht - Snelheid - Afstand - Kosten
Slide 4 - Diapositive
Welke verzendmethode(n) word(en) gebruikt vanuit jouw stage?
A
Brievenbuspost
B
Pakketdienst
C
Koerier
D
Vrachtvervoer
Slide 5 - Quiz
Wat kost het versturen van een pakket via PostNL?
De kosten zijn afhankelijk van:
Kies je voor een envelop of een pakket?
Naar welk land wil je het pakket versturen?
Wat weegt het pakket?
Moet het pakket met spoed verstuurd worden?
Moet het pakket verzekerd worden?
Slide 6 - Diapositive
Wanneer kies je voor een envelop?
Als het pakket in een envelop past.
Als het minder dan 2 kilo is.
Als het niet breekbaar is.
Er zijn ook brievenbus doosjes, deze passen nog precies door de brievenbus en zijn vaak goedkoper om te versturen dan een groter pakket.
Slide 7 - Diapositive
Waar vind ik de tarieven?
Ga voor de volgende vragen naar de website van PostNL:
https://www.postnl.nl/tarieven
Slide 8 - Diapositive
Olie en gas worden vooral vervoert ...
A
Per Spoor
B
Via Binnenvaart
C
Door de lucht
D
per pijplijn
Slide 9 - Quiz
Een vracht vervoeren van Nederland naar Spanje is Intercontinentaal transport
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Welke vrachtbrief gebruik je voor het vervoer per spoor?
A
Bill of lading
B
CIM-vrachtbrief
C
CMNI-vrachtbrief
D
Consignment Note
Slide 11 - Quiz
Maak de juiste combinaties van transportmodaliteit en vrachtbrief.
Binnenvaart internatio
Zeevervoer
Multimodaal transport
Spoorvervoer
Luchtvervoer
CIM-vrachtbrief
CMR-vrachtbrief
combined bill of lading
Bill of lading
Airwaybill
Slide 12 - Question de remorquage
Als je voor het voervoer van goederen meerdere transportmiddelen gebruikt, spreek je van multimodaal vervoer.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat is een nadeel van transport over de weg?
A
Een vrachtwagen heeft Deur-tot-deurbereik
B
Een vrachtwagen is afhankelijk van dienstregelingen
C
De kosten bij lange afstanden zijn hoger dan voervoer per scheepsvaart of per spoor