Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Goedemorgen :-)
Chromebook
Leesboek
Lesboek
Schrift & pen
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen:
Ik kan een enkelvoudige & samengestelde zin benoemen
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Samengestelde zinnen
Een zin met .............noem je een enkelvoudige zin.
Een zin met ............noem je een samengestelde zin.
Zij lacht naar hem en dat vindt hij leuk.
Slide 4 - Diapositive
Samengestelde zinnen
"Hoofdstukken uit het oh zo mooie en toch onduidelijke grammaticaboekje zijn jammer genoeg nog een te hoge hindernis voor veel leerlingen uit de klas."
Is dit een samengestelde of een enkelvoudige zin?
Slide 5 - Diapositive
timer
10:00
Wat ga je doen?
Maak opdracht 4 op bladzijde 55
Hulp nodig?
Lees de vraag nogmaals
Vraag je buur om hulp
Ga verder met de volgende vraag (leg je kaartje op oranje)
Klaar?
Pak je andere lesboekje en ga verder waar je gebleven was.
Werkvorm
Samenwerkend leren
Slide 6 - Diapositive
Nevenschikkende voegwoorden
Verbinden twee hoofdzinnen aan elkaar --> zinnen die je los van elkaar kunt lezen.
Paardrijden lijkt me niet leuk, maarik ga het toch doen.
Laat de dokter naar je been kijken, wantje blijft pijn houden.
Slide 7 - Diapositive
Onderschikkende voegwoorden
Verbindt twee ongelijke delen aan elkaar --> zinnen die je los van elkaar NIET kunt lezen.
Doordat, zodat, nadat, omdat, totdat, voordat en zodat
"Ze baalde behoorlijk, omdat de telefoon best duur was".
Slide 8 - Diapositive
Let op!
Voegwoorden zijn alleen als woordsoort benoembaar.
Ze zijn géén zinsdeel en worden bij de zinsontleding NIET benoemd.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Stijn draagt de tas en James loopt met de hond.
A
bijzin, hoofdzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, bijzin
D
hoofdzin, hoofdzin
Slide 11 - Quiz
Ik hoor dat Kees een nieuwe auto gekocht heeft.
A
bijzin, hoofdzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, bijzin
D
hoofdzin, hoofdzin
Slide 12 - Quiz
We gaan met de klas naar Parijs, maar we zullen daar maar 3 dagen blijven.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin
Slide 13 - Quiz
Als het mooi weer blijft, maken we een wandeling door het bos.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin
Slide 14 - Quiz
Ik ga vandaag fietsen naar Maastricht en ik neem een tentje mee.
A
bijzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
Slide 15 - Quiz
Omdat hij geen zin had, ging hij maar niet mee naar dat leuke schoolfeest.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin
Slide 16 - Quiz
De oververmoeide docent ging eerder naar huis, omdat hij te hard had gewerkt.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
alleen een hoofdzin
Slide 17 - Quiz
Terwijl we lagen te zonnen, kwamen er ineens flinke donkerwolken aan.
Tussen welke 2 woorden zet je een dubbele streep?
Slide 18 - Question ouverte
Veel anderen hadden hetzelfde probleem dus ik heb toen toch maar de klantenservice gebeld.
Tussen welke 2 woorden zet je een dubbele streep?
Slide 19 - Question ouverte
Hij haalde opgelucht adem, nadat hij op de kant was geklommen.
Noem het eerste en laatste woord van de bijzin.
Slide 20 - Question ouverte
Voordat ik de jurk afrekende, gaf de verkoopster mij nog een goed advies over het wassen.