Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
HA1F (tijdelijk)
Slide 1 - Diapositive
2.3 spieren
Slide 2 - Diapositive
Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar
Slide 3 - Quiz
Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 4 - Quiz
Buigspier
Trekspier
Slide 5 - Question de remorquage
Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..
Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag
2=gestrekt
B
1=omlaag
2=gebogen
C
1=omhoog
2=gebogen
D
1=omhoog
2=gestrekt
Slide 6 - Quiz
Door spieren te trainen worden ze langer. Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht
buigt zich
B
het heupgewricht
strekt zich
C
het kniegewricht
buigt zich
D
het kniegewricht
strekt zich
Slide 8 - Quiz
Spieren kunnen samentrekken, pezen niet. Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Hoe heet het onderdeel van het kniegewricht dat ervoor zorgt dat het steviger is dan andere gewrichten? (geef antwoord in meervoud)
Slide 10 - Question ouverte
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
uitleggen wat een blessure is.
uitleggen wat overbelasting betekent en hoe je dit kunt voorkomen.
drie blessures aan botten en gewrichten noemen en van elk een voorbeeld geven.
twee spierblessures noemen.
uitleggen wat er gebeurt bij de verschillende spierblessures.
Slide 11 - Diapositive
Begrippen
Blessure = beschadiging aan een bot, gewricht of spier.
Kan ontstaan door bijvoorbeeld een val,
maar ook door overbelasting.
Overbelasting = te lang/zwaar gebruiken
van spieren en gewrichten.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Spierblessures
Spierpijn: door een spier veel te gebruiken. Er ontstaan afvalstoffen, die voor spierpijn zorgen.
Kneuzing: door een klap kunnen spiervezels stukgaan en bloedvaatjes knappen.
Spierkramp: bij intensief sporten kan je spier ineens krachtig samentrekken. Dan moet je stoppen met die beweging.
Spierscheuring/zweepslag: doorgaan bij spierkramp -> scheurtje in vliezen rondom de spierbundels.
Slide 14 - Diapositive
Botblessure
Bij een botbreuk:
botstukken weer (recht) zetten
gips eromheen (fixeren)
beencellen maken extra beenweefsel -> bot groeit weer aan elkaar.
Slide 15 - Diapositive
Gewrichtsblessure
1. Ontwrichting: gewrichtsknobbel schiet uit
gewrichtskom; gewrichtskapsel en -banden
rekken hierdoor uit
2. Verstuiking: gewrichtsband rekt uit doordat
een gewricht te ver door buigt (voorbeeld:
dubbelgeklapte enkel)
3. Knieblessure: meniscus/kruisbanden
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Knieblessures
Meniscus blessure (voetbalknie): meniscus kan scheuren: voetbalknie. Vocht in de knie, hierdoor minder buigzaam. Verholpen door slijpen of verwijderen van de meniscus
Knieband/kruisband blessure:
gewrichtsband scheurt in of af,
hierdoor wordt het gewricht minder
stevig.
Slide 18 - Diapositive
Opdrachten
Lees par. 2.4 door
Maken opdrachten 1 t/m 10 van 2.4
(HA1F woensdag 8 januari 5e uur)
timer
10:00
Slide 19 - Diapositive
Sportquiz 2024
Slide 20 - Diapositive
Wie is de duurste voetballer ter wereld?
A
Mbappé
B
Ronaldo
C
Neymar
D
Cruijf
Slide 21 - Quiz
Wat is een voetbalknie?
A
Gescheurde meniscus
B
Gescheurde kruisbanden
Slide 22 - Quiz
Welke Nederlandse voetballer heeft de meeste wedstrijden gemist door blessures?
A
Ronald de Boer
B
Arjen Robben
C
Stefan de Vrij
D
Virgil van Dijk
Slide 23 - Quiz
Wanneer een gewricht te ver door buigt en een gewrichtsband uitrekt heb je een...
A
Zweepslag
B
Kneuzing
C
Ontwrichting
D
Verstuiking
Slide 24 - Quiz
Het Nederlands vrouwenelftal heeft het EK voetbal gewonnen in het jaar...
Slide 25 - Question ouverte
Alle gewrichten in het lichaam hebben gewrichtsbanden voor extra stevigheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Je kunt glad spierweefsel bewust bewegen.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 27 - Quiz
Wie zijn gekozen tot Sportman en Sportvrouw van het jaar 2023?
A
Sifan Hassan
B
Matthieu van der Poel
C
Femke Bol
D
Jeffrey Lavreysen
Slide 28 - Quiz
Hoeveel % van de Nederlanders doet aan sport?
Slide 29 - Question ouverte
Wat vind jij interessant aan het vak biologie?
Slide 30 - Question ouverte
Sportquiz 2024
Slide 31 - Diapositive
Deze les
Wat weten we al?
Uitleg over 2.4 deel 2
Opdrachten maken
Slide 32 - Diapositive
Een botbreuk moet altijd geopereerd worden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Wat is een blessure aan het gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek
Slide 34 - Quiz
Wat is geen knieblessure?
A
Afgescheurde kruisband
B
Gescheurde meniscus
C
Knieschijf kneuzing
D
Ingescheurde knieband
Slide 35 - Quiz
Wie heeft sneller een botbreuk?
A
baby
B
puber
C
bejaarde
D
kleuter
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Vidéo
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
advies geven: wat te doen bij spierblessures.
vier dingen noemen die kunnen helpen om blessures te voorkomen en uitleggen waarom dit zo is.
advies geven voor een goede zithouding.
uitleggen waarom een juiste lichaamshouding juist belangrijk is bij tillen en zitten.
Intapen: Gewricht omwikkelen met linnen band. 'Extra gewrichtsbanden', helpt met extra stevigheid
Warming-up
Cooling-down
Slide 39 - Diapositive
Blessures voorkomen
Warming-up: spieren opwarmen, bloed gaat stromen, bloedvaten worden breder -> afvalstoffen kunnen beter weg tijdens intensief trainen
Slide 40 - Diapositive
Blessures voorkomen
Cooling-down: spieren blijven actief, hierdoor stroomt bloed beter en kunnen resterende afvalstoffen beter weg. Hierdoor voorkom je spierpijn of kramp.
Slide 41 - Diapositive
Wat is een goede lichaamshouding?
Lichaamshouding = de manier waarop je zit/staat/beweegt.
Op de juiste manier: minder beschadiging van kraakbeenschijven.
Slide 42 - Diapositive
Hernia
Als de kraakbeenschijven beschadigen of 'uitpuilen', kunnen er zenuwen klem komen te zitten = hernia.