Tekstdoelen en Subjectief en Objectief

Klas 2b 
Vandaag

Doel: trede 13:  objectief/ subjectief


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klas 2b 
Vandaag

Doel: trede 13:  objectief/ subjectief


Slide 1 - Diapositive

Weet jij het nog?
Wat zijn signaalwoorden?

Slide 2 - Diapositive

Woorden die verbanden aangeven tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.
Ze helpen je om de tekst beter te begrijpen.

Slide 3 - Carte mentale

Welk verband hoort bij welk signaalwoord?

Slide 4 - Diapositive

Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van volgorde van tijd
Signaalwoorden van voorbeeld
maar
ook
ten eerste
toch
echter
en
bovendien
zoals
bijvoorbeeld
toen
als eerste
ten slotte

Slide 5 - Question de remorquage

Signaalwoorden van vergelijking
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van reden
net zo als
maar
daarom
want
in vergelijking met
toch

Slide 6 - Question de remorquage

Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van tijdvolgorde
Signaalwoorden van voorbeeld
maar
ook
ten eerste
toch
echter
en
bovendien
zoals
bijvoorbeeld
toen
als eerste
ten slotte

Slide 7 - Question de remorquage

Weet jij het nog?
Wat zijn tekstdoelen?

Slide 8 - Diapositive

Wat weet jij als het gaat
over tekstdoelen?
Kun je ze noemen?

Slide 9 - Carte mentale

TEKSTDOELEN
Tekstdoel: wat schrijvers willen bereiken met hun tekst.
In principe is dit maar één doel, maar soms twee.

Bijvoorbeeld: eerst informeren en daarna overtuigen. 
--> Dan is overtuigen het voornaamste doel.

Slide 10 - Diapositive

Belangrijkste tekstdoelen:
  1. informeren: gegevens verstrekken; 
  2. uiteenzetten: uitleggen hoe iets in elkaar zit;
  3. overtuigen: betogen, een mening naar voren brengen, ondersteund met argumenten;
  4. beschouwen: een onderwerp van verschillende kanten belichten;
  5. activeren: aansporen tot handelen;
  6. amuseren: vermaken

Slide 11 - Diapositive

Tekstdoel?

Slide 12 - Carte mentale

Tekstdoel? 

Slide 13 - Carte mentale

Nieuw doel:

Trede 13
Objectief/ subjectief

Slide 14 - Diapositive

OBJECTIEF OF SUBJECTIEF
Objectief:
Informerende en uiteenzettende teksten zijn objectief.
Ze bevatten hoofdzakelijk controleerbare feiten. Bevat geen mening van de schrijver.
Subjectief:
Betogende, beschouwende en activerende teksten zijn subjectief.
De mening van de schrijver komt nadrukkelijk naar voren.
Let op: de schrijver geeft ook de nodige informatie om zijn mening te ondersteunen.

Slide 15 - Diapositive

Is een ingezonden brief (overtuigende) over aan een krant subjectief of objectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 16 - Quiz

Objectief of subjectief?

"Uit onderzoek is bewezen dat de Geelkuif-kaketoe de meest gevraagde papegaai is."
A
objectief
B
subjectief

Slide 17 - Quiz

Objectief of subjectief?

"Dat hij zo zijn best doet om iedereen te overtuigen, is een beetje overdreven."
A
objectief
B
subjectief

Slide 18 - Quiz

Wat wist je nog niet,
maar nu wel?

Slide 19 - Carte mentale

Lees je boek uit, tr. 13 is een speeddate!!!

Week 46 trede 13 af + speeddate

Slide 20 - Diapositive

Trede 11, 12 afmaken

en bezig met trede 13

Slide 21 - Diapositive