Thema 1 - bs 5 verwerking

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Thema 1

bs 5 verwerking

Welke eigenschap van het celmembraan is juist?

1. Alle stoffen kunnen het celmembraan passeren
2. Geen enkele stof kan het celmembraan passeren
3. Sommige stoffen kunnen het celmembraan passeren
4. Alleen water kan het celmembraan passeren

Stel: de paarse bolletjes kunnen kunnen vrij door het membraan bewegen.


Wat is de concentratie paarse bolletjes links en rechts na een lange periode?

1. links: 3% rechts: 9%
2. links: 6% rechts: 6%
3. links: 9% rechts: 3%
4. links: 5% rechts: 7%

Stel: de blauwe bolletjes kunnen niet door het membraan bewegen.


Wat is de concentratie blauwe bolletjes links en rechts na een lange periode?

1. links: 3% rechts: 9%
2. links: 6% rechts: 6%
3. links: 9% rechts: 3%
4. links: 5% rechts: 7%

Stel: de blauwe bolletjes kunnen niet door het membraan bewegen.


Wat gebeurt er met de hoeveelheid oplosmiddel links en rechts?

1. links: meer oplosmiddel rechts: minder oplosmiddel
2. links: minder oplosmiddel rechts: meer oplosmiddel
3. links: evenveel oplosmiddel rechts: evenveel oplosmiddel

Osmose: verplaatsing van water zodat de waterconcentratie overal gelijk wordt

Osmotische waarde:

Concentratie van de opgeloste stoffen in een vloeistof

Stel: de blauwe bolletjes kunnen niet door het membraan bewegen.


Wat is de concentratie blauwe bolletjes links en rechts na een lange periode?

1. links: 3% rechts: 9%
2. links: 6% rechts: 6%
3. links: 9% rechts: 3%
4. links: 5% rechts: 7%

Welk transport
mechanisme zie
je hier:

1. Osmose
2. OV
3. Diffusie
4. Geen van bovenstaande

Een pantoffeldiertje neemt water op door osmose. Waar is de waterconcentratie dan het hoogst?

1. in het pantoffeldiertje
2. buiten het pantoffeldiertje
3. binnen en buiten het pantoffeldiertje is waterpotentiaal gelijk

O2 en CO2 verplaatsen zich zo dat het verschil in druk in de longen en het bloed(plasma) zo klein mogelijk blijft.
Met welke term wordt een dergelijke verplaatsing van gasmoleculen aangegeven?

1. osmose
2. difussie

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:

1. diffusie
2. osmose

Wat is de juiste definitie van osmose?

1. Verplaatsing van water door een semipermeabel membraan van lage naar hoge concentratie
2. Verplaasting van een stof van hoge naar lage concentratie door een membraan
3. Verplaatsing van water door een semi permeabel membraan van hoge naar lage concentratie
4. Verplaatsing van water moleculen

Amoeben zijn eencellige diertjes die onder andere in slootwater leven. Bij deze diertjes komen 'kloppende vacuolen' voor. Hiermee wordt overtollig water naar buiten gepompt. Er wordt een experiment uitgevoerd waarbij een aantal uit slootwater afkomstige amoeben in zeewater worden gelegd en een aantal in gedestilleerd water.
Eén van beide groepen amoeben verliest door osmose water. Welke groep is dat? Bij welke groep amoeben zullen kloppende vacuolen aanwezig zijn die met hoge frequentie samentrekken?

1. Waterverlies door osmose vindt plaats bij de amoeben in zeewater. Kloppende vacuolen die met een hogere frequentie samentrekken, zijn aanwezig bij de amoeben in zeewater.
2. Waterverlies door osmose vindt plaats bij de amoeben in zeewater. Kloppende vacuolen die met een hogere frequentie samentrekken, zijn aanwezig bij de amoeben in gedestilleerd water.
3. Waterverlies door osmose vindt plaats bij de amoeben in gedestilleerd water. Kloppende vacuolen die met een hogere frequentie samentrekken, zijn aanwezig bij de amoeben in zeewater.
4. Waterverlies door osmose vindt plaats bij de amoeben in gedestilleerd water. Kloppende vacuolen die met een hogere frequentie samentrekken, zijn aanwezig bij de amoeben in gedestilleerd water.