Woordenschat H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Neïm van Herk

2 havo/vwo

Woordenschat H2

- Lezen (20)

- Woordenschat H2 (15)

- Aan de slag! (25)

Planning deze les:

- Je weet wat beeldspraak is.

- Je kan een vergelijking maken en herkennen in een tekst.

- Je kan een metafoor maken en herkennen in een tekst.

-- Je kan een personificatie maken en herkennen in een tekst.

Doel van de les

Als je iets vergelijkt, zet je twee dingen naast elkaar:

het Object en het Beeld

De jongen is zo rood als een kreeft

Het meisje piepte als een muisje

Vergelijkingen (H1)

Om het object en het beeld met elkaar te verbinden, zijn verschillende manieren mogelijk:

                             Zo ...  als een...

                             Een ..... van een ....

                             ... is net ......

Vergelijkingen

In hoofdstuk 1 ging het over vergelijkingen

Daarmee kon je beeldend duidelijk maken waar je het over hebt.

In Hoofdstuk 2 leer je twee andere manieren waarmee je hetzelfde doel kunt gebruiken, namelijk:

Metafoor en personificatie 

Woordenschat H2

In een vergelijking zaten een beeld en een object

- Van veraf is die rots net een olifant.

Bij een metafoor verwijs je naar het object, maar gebruik je alleen het beeld.

- Zullen we die olifant eens beklimmen?

Metafoor 

Jouw kamer is net een zwijnenstal!

Ruim die zwijnenstal eens van je op!

Die docent van Nederlands is een heks van een vrouw.

Kijk die heks eens staan voor het bord. 

Nog een voorbeeld 

Je geeft een voorwerp (plant, ding, dier, begrip) menselijke eigenschappen.

- De nacht huiverde na het schot.

- De toekomst lacht me tegemoet.

- De wind danste door de bomen.

Altijd FIGUURLIJK TAALGEBRUIK

Personificatie 

Wat een klier van een vent is die Peter toch!

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. personificatie

Met zo’n diploma gaan alle deuren voor je open.

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. personificatie

Mijn fietslampje weigerde dienst.

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. personificatie

Ze kreeg een rolberoerte toen ze hoorde dat ze de opdracht met Kees moest doen.

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. personificatie

De nieuwe apps gaan als warme broodjes over de toonbank.

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. personificatie

Wat? Maken opdracht 1, 2 en 3 van Woordenschat H2.

Hoe? Lesboek en Chromebook (eigen Drive, nieuw document: Woordenschat H2).

Tijd? 25 minuten.

Hulp? 15 minuten zelfstandig, 10 minuten samenwerken.

Klaar? Lezen in leesboek, opdracht 4 van H2 maken.

Aan de slag:

Voor de les:

- je hebt je leesboek bij je!

- Lees de theorie van woordenschat H1 en h2 en leer de woordenlijsten alvast.

Volgende les: