Woordenschat winter

Woordenschat winter
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat winter

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden weet je al?

Slide 2 - Question ouverte

de vorst
het vriest



de lage temperatuur

onder de 0 graden Celsius

Slide 3 - Diapositive

         het vriespunt
0 graden Celsius

Slide 4 - Diapositive

Het vriest.

Het is vandaag 
- 3 graden.

Het is -3 º.

Slide 5 - Diapositive

Het vriest.

Het is ijskoud.

Slide 6 - Diapositive

Het is glad.

Pas op!

Slide 7 - Diapositive

het ijs

Slide 8 - Diapositive

de schaatsen

Slide 9 - Diapositive

schaatsen
ik schaats
jij schaatst
hij/zij schaatst
wij schaatsen
jullie schaatsen
zij schaatsen

Slide 10 - Diapositive

de sneeuw

Slide 11 - Diapositive

het sneeuwt

Slide 12 - Diapositive

de hagel

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

de sjaal

Slide 15 - Diapositive

de muts

Slide 16 - Diapositive

de handschoenen

Slide 17 - Diapositive

de wanten

Slide 18 - Diapositive

Hoe vind je het als het heel koud is?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Wat kun je aantrekken
om warm te blijven?
A
muts en sjaal
B
handschoenen
C
dikke trui
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quiz


A
de handschoen
B
de want
C
de muts
D
de schaats

Slide 21 - Quiz


A
de sjaal
B
de want
C
de muts
D
de schaats

Slide 22 - Quiz


A
de sjaals
B
de wanten
C
de mutsen
D
de handschoenen

Slide 23 - Quiz


A
de sjaal
B
de sneeuw
C
de muts
D
het ijs

Slide 24 - Quiz


A
het ijs
B
de sneeuw
C
de muts
D
de schaats

Slide 25 - Quiz


A
de wanten
B
de sneeuw
C
de mutsen
D
de schaatsen

Slide 26 - Quiz


A
de wanten
B
de sneeuw
C
de mutsen
D
de schaatsen

Slide 27 - Quiz


A
lopen
B
rennen
C
schaatsen
D
wachten

Slide 28 - Quiz


A
de hagel
B
de sneeuw
C
de schaatsen
D
de regen

Slide 29 - Quiz

Volgende dia scrollen naar 18:00

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien