Betoog

Examen Spreken: een betoog houden
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examen Spreken: een betoog houden

Slide 1 - Diapositive

Planning deze periode
Examen Spreken: donderdag 16 februari 2023
Tijdens de les Ne werken aan de presentatie
Aantal lessen hiervoor: 7 lessen

Slide 2 - Diapositive

Na deze les:
  • weet je wat een betoog is.
  • weet je hoe een betoog is opgebouwd.
  • weet je hoe je een stelling moet formuleren.
  • kun je een betoog houden.

Slide 3 - Diapositive

Betoog
Doel = publiek overtuigen van je standpunt/ mening door middel van argumenten.

Een betoog gaat over een stelling.





Slide 4 - Diapositive

Stelling
  • Een stelling vormt het onderwerp van het betoog. 
  • Een stelling moet de schrijver prikkelen om zijn/haar mening te geven. 
  • Een stelling moet voldoen aan een aantal eisen, namelijk ->

Slide 5 - Diapositive

Een stelling....
1. bestaat uit één zin en is kort en krachtig
2. is nooit een vraag
3. bevat geen argumenten
4. moet gaan over iets waar zowel voorstanders als tegenstanders argumenten voor kunnen bedenken
5. bevat geen ontkenningen (niet, geen, etc.)
6. bekent geen kleur

Slide 6 - Diapositive

Welke stelling voldoet aan de gestelde voorwaarden?
A
Alleen orgaandonoren mogen organen ontvangen.
B
Moet het openbaar vervoer gratis worden?
C
Alle doping in de sport moet legaal worden, want dat is wel zo eerlijk.

Slide 7 - Quiz

Argumenteren
Net als bij een geschreven betoog, bevat een betoog dat je presenteert:
  • argumenten
  • tegenargumenten
  • weerleggingen

Slide 8 - Diapositive

Argumenteren
Zorg ervoor dat je je argumenten presenteert op de volgende manier:
1. Argument noemen
2. Argument uitleggen
3. Voorbeeld geven

Slide 9 - Diapositive

Stelling: Alcoholreclame moet verboden worden



Argument: Het is reclame voor iets ongezonds

Uitleg: Reclame heeft als doel mensen meer van een product te laten kopen. Van alcoholreclame krijg je dus zin om bijvoorbeeld wijn te drinken. Dat is een probleem, want alcohol is slecht voor je gezondheid.

Voorbeeld: Stel: in een reclame heb je de laatste tijd vaak Jillz voorbij zien komen. Daardoor denk je nu eerder aan Jillz en ben je sneller geneigd om dat te kopen. Je kiest dus eerder voor een ongezonde optie.
 

Slide 10 - Diapositive

Opbouw betoog
Je betoog moet een heldere structuur bevatten. Je betoog bestaat daarom uit een:
  • inleiding
  • middenstuk
  • slot

Slide 11 - Diapositive

Inleiding
  • Aandacht publiek trekken (vraag, citaat, anekdote, actualiteit)
  • Introductie onderwerp
  • De stelling noemen
  • Je standpunt noemen: voor of tegen

Slide 12 - Diapositive

Middenstuk
  • Minimaal 2 argumenten voor je standpunt + onderbouwing + voorbeeld
  • Minimaal 1 tegenargument
  • Weerleg het tegenargument

Slide 13 - Diapositive

Slot
  • Herhaal standpunt + 1 of meerdere argumenten
  • Geef een samenvatting/conclusie
  • Uitsmijter (slotzin)

Slide 14 - Diapositive

Structuur
Deelonderwerpen
Mogelijke startzinnen
Inleiding
Aandacht trekken
Introductie onderwerp
Stelling noemen
Standpunt noemen
Laatst kwam in het nieuws naar voren dat....
Je kent het vast wel....
Middenstuk
Argument 1
Argument 2
Tegenargument
Weerlegging
Daar heb ik de volgende argumenten voor:
- Ten eerste...
- Ten tweede....

Slot
Herhaal standpunt + belangrijkste argumenten
Conclusie
Uitsmijter
Ik hoop dat duidelijk is geworden waarom ik vind dat...
Hulpschema

Slide 15 - Diapositive



Doel: publiek overtuigen van jouw mening
Publiek: medestudenten

  • Formuleer een stelling over een onderwerp of kies een stelling van de website https://www.schooldebatteren.nl/stellingen (leg de stelling aan mij voor. Elke stelling mag maar één keer gekozen worden)
  • Je houdt een betoog van 5 - 8 minuten (niet eronder of erboven) voor een medestudent (dus tweetallen).
  • Je neemt de presentatie op (bv. met de camera van je telefoon) en levert dit uiterlijk 13 mei in.
  • Gebruik bij deze opdracht Taak 3 van Spreken.
  • Plan zelf een moment om de presentatie op te nemen.



Opdracht: presentatie houden over een stelling

Slide 16 - Diapositive