1HV - Les 5 - Familia

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programa
  1. Repasamos la clase anterior
  2. Familia
  3. Deberes 

Slide 2 - Diapositive

Clases anteriores

Begroeten
Hoe heet je (voornaam) (+ antwoord)
Hoe gaat het (+ antwoord)
Leeftijd (+ antwoord)
Verjaardag (+ antwoord)
Huisdieren (+ antwoord)
Afscheid nemen
Landen + hoofdsteden
Los números
Correo electrónico
Número de teléfono

Getallen
werkboekje pag 24-35
ej 18 y 19

Slide 3 - Diapositive

Zet de juiste vraag bij het juiste antwoord:
Me llamo Pablo 
Tengo 25 años
Vivo en Ámsterdam
Soy de Holanda 
Hola, ¡muy bien!
¿Cómo te llamas? 
¿Cuántos años tienes?
¿Dónde vives? 
Hola, ¿Qué tal? 
¿De dónde eres? 

Slide 4 - Question de remorquage

Zet op chronologische volgorde
Hola, ¿qué tal?
Bien, ¿y tú?
Bien, gracias. 
¿Cómo te llamas?
Me llamo Ricardo.
¿Y tú cómo te llamas?
Mucho gusto. 
Me llamo Naftely. 

Slide 5 - Question de remorquage

Ik woon in...
Ik ben student.
Ik ben 12 jaar.
Mijn nummer is...
Ik heet...
Ik kom uit...
Mijn verjaardag is...

Slide 6 - Question de remorquage

uno
dos
tres
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve
diez
once
doce
trece
catorce
quince
dieciséis
diecisiete
dieciocho
diecinueve
veinte

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de gele cijfers naar de groene getallen!
uno
dos
tres
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve
diez
Once
Doce
Trece
Catorce
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
11
13
14

Slide 8 - Question de remorquage

La familia
Welke Spaanse familiewoorden ken je al?

Luister naar het fragment en geef aan wat de woorden in het Nederlands betekenen. (werkboekje p.26, ej.20)

Slide 9 - Diapositive

Je hoorde 4 getallen in het fragment. Combineer de getallen met het Spaanse woord:
uno
seis
cinco
cuatro
1
5
6
4

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Vidéo

La familia
Pag. 26
Ej 21: Geef de relatie aan. (de moeder van mijn moeder is mijn oma --> abuela)

Pag. 27
Ej 22: Zet de woorden op de juiste plek in de stamboom

Pag. 28
Ej 23: Welke verhaaltje hoort bij welke afbeelding?

Pag. 29
Ej 24: Teken je eigen stamboom, maak gebruik van Spaanse woorden!

Slide 12 - Diapositive

¿Qué hemos aprendido hoy?
Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 13 - Diapositive

Deberes
Jezelf kunnen voorstellen in het Spaans
- land volk
- uitspraakregels
- getallen
- familie

Slide 14 - Diapositive