H3ne spellingscontrole en leercheck stijlfiguren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom H3b

10 minuten lezen

Lesdoel

1. Je leert spellingscontrole juist gebruiken en een tekst zonder spellingsfouten schrijven.

Programma

1. 10 minuten lezen
2. leerwerkcheck Stijlfiguren
   
3. Huiswerk nakijken
4. Spelling theorie en opdrachten
   
5. Afsluiting en vooruitblik
   

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur understatement?

1. herhalingen en opsommingen
2. overdrijvingen en nuanceringen
3. tegenstelling en ontkenningen
4. spot

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur ironie?

1. herhalingen en opsommingen
2. overdrijvingen en nuanceringen
3. tegenstelling en ontkenningen
4. spot

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur litotes?

1. herhalingen en opsommingen
2. overdrijvingen en nuanceringen
3. tegenstelling en ontkenningen
4. spot

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur anafoor?

1. herhalingen en opsommingen
2. overdrijvingen en nuanceringen
3. tegenstelling en ontkenningen
4. spot

Welk stijlfiguur?

Achter raam na raam na raam sluiten gordijnen en gaan lampen aan.

1. understatement
2. repetitio
3. anafoor
4. hyperbool

Welk stijlfiguur?

Steunden ze elkaar wel door dik en dun?

1. antithese
2. retorische vraag
3. anticlimax
4. chiasme

Welk stijlfiguur?

Er is wel een enkeling die Justin Bieber kent.

1. understatement
2. repetitio
3. anafoor
4. hyperbool

Welk stijlfiguur?

Hebben ze hier weleens van op tijd rijden gehoord?

1. litotes
2. retorische vraag
3. anticlimax
4. chiasme

Welk stijlfiguur?

De scheidsrechter en de voetbalspeler hebben een kleine woordenwisseling gehad: beiden liggen met botbreuken in het ziekenhuis.

1. understatement
2. repetitio
3. ironie
4. eufemisme

Welk stijlfiguur?

Het weer in Nederland is niet om over naar huis te schrijven: het regent zo’n 364 dagen per jaar.

1. understatement
2. hyperbool
3. ironie
4. eufemisme

Welk stijlfiguur?

De nieuwe politieke partij kwam, zag en…
verloor in de verkiezingen.

1. sarcasme
2. anafoor
3. climax
4. anticlimax

Welk stijlfiguur?

Hij is gezond in hoofd, lijf en leden.

1. repetitio
2. tricolon
3. litotes
4. anticlimax

Welk stijlfiguur?

Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood.

1. litotes
2. retorische vraag
3. anticlimax
4. chiasme

Welk stijlfiguur?

Een tolerante samenleving mag intolerantie niet tolereren.

1. litotes
2. hyperbool
3. chiasme
4. paradox

Welk stijlfiguur?

Ik sterf van de honger.

1. litotes
2. hyperbool
3. chiasme
4. paradox

Welk stijlfiguur?

Hij woont daar niet onaardig.

1. litotes
2. hyperbool
3. chiasme
4. paradox

Welk stijlfiguur?

De dwaaste mens is tegelijkertijd ook de wijste.

1. litotes
2. hyperbool
3. paradox
4. chiasme

Welk stijlfiguur?

Het was een gigantisch grote bom... De klok telde af... drie... twee... een... Er gebeurde niets.

1. repetitio
2. tricolon
3. litotes
4. anticlimax

Spelling, blz 182-183

1  a    'ingelijste' is juist gespeld.
    b    'leidend' is juist gespeld.
    c    'rauw' is verkeerd gespeld. Het moet 'rouw' zijn.
    d    'ontblootte' is verkeerd gespeld. Het moet 'ontblote' zijn.

2    a     blindengeleidehond
    b    Middellandse Zeegebied
    c    hoogstpersoonlijk
    d    niet-aflatende regenbuien

.

Werkwoordvervoeging

3         De persoonsvorm tegenwoordige tijd wordt als volgt vervoegd:    
ik / jij achter de persoonsvorm         hele werkwoord - en
jij/hij/zij/het                                               hele werkwoord - en + t
wij/jullie/zij                                                 hele werkwoord

 

De persoonsvorm verleden tijd wordt als volgt vervoegd:

Sterke (onregelmatige) werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: schrijf het woord zoals je het hoort. Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank. Gebruik 't sexy fokschaapje:
hele werkwoord - en + te(n) of + de(n).
Bij onregelmatige werkwoorden verandert er meer dan alleen de klank. Deze woorden moet je kennen.
 

werkwoordvervoeging

 Je schrijft het voltooid deelwoord zoals je het hoort, zo eenvoudig mogelijk. Maak het voltooid deelwoord langer (zet er een e achter) om te horen of je een t of een d schrijft. Als je het niet zeker weet, gebruik dan 't sexy fokschaapje.

 Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat de handeling nog bezig is. Je schrijft dit met -nd(e).

De voorstelling is lopend, dan mag je de zaal niet verlaten

Tijdens de lopende voorstelling mag je niet de zaal uit.

Spelling

4        De context waarin een bepaald woord wordt gebruikt, is de totale omgeving waarin het zijn betekenis krijgt. Het zijn de woorden en zinnen die er omheen staan, maar ook bijvoorbeeld afbeeldingen die erbij staan.

5     a     Het dorp is een crowdfundingsactie begonnen om de eigenaren van de verwoeste woningen bij te staan.
    b     Je hebt diverse soorten gereedschap en je kunt ze voor meerdere doeleinden gebruiken.
    c     Natuurbeschermingsorganisaties vrezen een toename in de illegale handel van beschermde diersoorten.
    d    Ik weet het, het verbaasde mij evenzeer als jou.
    e    Volgend jaar is Parijs voor het eerst het decor voor een NBA-wedstrijd.
    f    De waterwerken in Nederland zijn onvoldoende beveiligd tegen cyberaanvallen.
    g     Intratuin bood donderdag via de webwinkel per ongeluk gratis producten aan.
    h    Iedereen heeft wel eens van die dagen dat niets goed lijkt te lukken.

Spelling

5  a     Het dorp is een crowdfundingsactie begonnen om de eigenaren van de verwoeste woningen bij te staan.
    b     Je hebt diverse soorten gereedschap en je kunt ze voor meerdere doeleinden gebruiken.
    c     Natuurbeschermingsorganisaties vrezen een toename in de illegale handel van beschermde diersoorten.
    d    Ik weet het, het verbaasde mij evenzeer als jou.
    e    Volgend jaar is Parijs voor het eerst het decor voor een NBA-wedstrijd.
    f    De waterwerken in Nederland zijn onvoldoende beveiligd tegen cyberaanvallen.
    g     Intratuin bood donderdag via de webwinkel per ongeluk gratis producten aan.
    h    Iedereen heeft wel eens van die dagen dat niets goed lijkt te lukken.

Afsluiting en vooruitblik

maandag 14 oktober Huiswerk

Leren theorie blz 182 en lezen theorie blz 184

Maken opdrachten taalverzorging blz 182-183

• 6, 7 (blz 183) en 9 t/m 14