6.3 Horigen en ridders

H6: Licht op de Middeleeuwen
6.3: Horigen en ridders
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6: Licht op de Middeleeuwen
6.3: Horigen en ridders

Slide 1 - Diapositive

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
1: Je kunt de agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid.

2: Je kunt het drieslagstelsel uitleggen.

3: Je kunt voorbeelden geven van ridderlijk gedrag.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog de
vorige lessen?

Slide 4 - Carte mentale

G
F
G
H
R
H
B
S
I
T
O
E
S
A
A
D
S
T
N
M
P
K
K
L
V
W
Klik op de schaakstukken en lees de stelling. 
Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coordinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.
Een horige moest pacht betalen voor de grond (D,8)
Karel de Grote was koning en keizer (A,5)
Karel de Grote was een leenheer (C,4)
De geestelijkheid was de derde stand (A,8)
Monniken en ridders horen bij de geestelijken (G,1)
Een leenman moet trouw zweren aan de leenheer (F,7)
Monniken en nonnen horen bij de lage geestelijken (H,4)
Het middeleeuwse woord voor een slaaf is een horige (G,3)
Herendiensten deed de leenheer voor de leenman (B,2)
De Paus is de hoogste geestelijke van de christelijke kerk (D,5)
Ridders woonden in een klooster (E,4)
Horigen waren vrij om weg te gaan van hun land (G,6)

Slide 5 - Question de remorquage

Vroege middeleeuwen
Na de val van het West-Romeinse Rijk vielen zaken als grenzen, bescherming, veiligheid, handel en geld weg. 

Veel mensen konden niet meer aan voedsel komen en trokken naar het platteland. Hier gingen ze bij een heer (leenman of achterleenman) werken die voor veiligheid zorgde. Boeren verbouwden hun eigen voedsel en bewerkten het land voor de heer.  

Het verbouwen van voedsel en producten voor eigen gebruik in plaats van handel, noem je autarkie.

Slide 6 - Diapositive

Domein
De heer had een gebied in leen. Hij was wel de baas over een klein gebied dat zijn domein heette. Een domein bestaat uit het landhuis van de heer (vroonhof) en boerderijen van kleine boeren. 

Het vroonhof kon soms uitgroeien tot een groot kasteel, waar kleine boeren beschutting zochten bij oorlog. 

Slide 7 - Diapositive

Hofstelsel
Gemakkelijk op het domein was het niet. Voor bescherming van de heer stond een hoge prijs. Boeren die afhankelijk werden van de heer noem je horigen. Horigen moesten verplicht op het domein blijven wonen, pacht betalen en gratis herendiensten (klusjes) doen. In sommige gevallen moesten horigen ook meevechten in de oorlog! 

Dit systeem noem je het hofstelsel

Slide 8 - Diapositive

In de Vroege Middeleeuwen is er een Standensamenleving, namelijk:
1. de geestelijken
2. de adel
3. de boeren/ horigen.

Onderling hebben zij diverse taken. Sleep de woorden naar de juiste plek:
de geestelijken
bescherming
de horigen
bidden
voedsel
adel

Slide 9 - Question de remorquage

Drieslagstelsel
Op de akkers werd vaak hetzelfde geteeld, waardoor de bodem uitgeput raakte. Om meer opbrengst te krijgen, werd het drieslagstelsel bedacht. 
  • Veld 1: Wintergraan
  • Veld 2: Zomergraan
  • Veld 3: Braak

Boeren wisselden elk jaar om de vruchtbaarheid van de grond te behouden.

Slide 10 - Diapositive

Laat met de icoontjes van zomergraan, wintergraan en braakliggend het drieslagstelsel zien 
      Jaar 1
      Jaar 2
      Jaar 3
🏝
🐄
☃️
🐄
🏝
☃️
☃️
🐄
🏝

Slide 11 - Question de remorquage

Ridders
Sommige mensen werden ridder. Je kon alleen ridder worden tijdens een speciale ceremonie, waarna je als vazal in dienst van de koning vocht. Je werd dan ook heer van een domein. 


Slide 12 - Diapositive


Welke eigenschappen moet een ridder hebben volgens jou? 

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

Ridders
Ridders moesten zelf voor hun uitrusting zorgen. Deze was erg kostbaar! Denk bij een uitrusting aan een paard, zwaarden, schild, beschermende kleding, helm en harde stukken leer voor de armen en benen. 

In vredestijd werd er niet gevochten. Ridders gingen dan zelf op plundertocht naar domeinen in de buurt of er werd een toernooi gehouden. 
 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Sleep de omschrijvingen naar de juiste persoon;
Vrije boer
Horige
Koning
Ridder
betaalde belasting aan de koning, pacht aan zijn landheer en moest voor die laatste ook nog herendiensten doen.
controleerde of de leenmannen hun werk goed deden
woonde, leefde en bepaalde op zijn eigen domein.
betaalde belasting aan de koning

Slide 17 - Question de remorquage


1: Je kunt de agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid.

2: Je kunt het drieslagstelsel uitleggen.

3: Je kunt voorbeelden geven van ridderlijk gedrag.

1: Je kunt de agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid.

2: Je kunt het drieslagstelsel uitleggen.

3: Je kunt voorbeelden geven van ridderlijk gedrag.

1: Je kunt de agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid.

2: Je kunt het drieslagstelsel uitleggen.

3: Je kunt voorbeelden geven van ridderlijk gedrag.

Geef jezelf een cijfer! Hoe goed ken jij nu de leerdoelen?
1: Je kunt de agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid.
2: Je kunt het drieslagstelsel uitleggen.
3: Je kunt voorbeelden geven van ridderlijk gedrag.
110

Slide 18 - Sondage

Werktijd
Nu
Volgende keer
KLAAR ?

Maak paragraaf 6.3: Horigen en Ridders

Hoe?
  • Alleen
  • Muziek in mag
  • Vraag? Steek je vinger op!
Wapenschilden
Nakijken 



Hoe?
  • Lever je opdrachten in en laat het me weten. Je kan via Tijd voor GS zelf nakijken. 

Slide 19 - Diapositive