les 12 - Formeel bericht

Formele berichten schrijven
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Formele berichten schrijven

Slide 1 - Diapositive

Startklaar
Telefoon in de telefoontas
 Boek en schrift op tafel


Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
-  PW inzien / bespreken
- Herhaling
- Wat gaan we leren?
Les 12 – Hoe schrijf je een formeel bericht?
- Samen starten
- Instructie
- Zelfstandig werken
- Nabespreken/huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Inzien en bespreken PW

Slide 4 - Diapositive

Een informeel bericht kun je schrijven aan:
A
een onbekende
B
familie, vrienden of kennissen
C
de baas van de Jumbo
D
de directeur van een school

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste opbouw van een informeel bericht?
A
aanhef, kern, inleiding, afsluitende zin, ondertekening
B
aanhef, kern, afsluitende zin, inleiding, ondertekening
C
aanhef, inleiding, kern, afsluitende zin, ondertekening
D
inleiding, aanhef, kern, afsluitende zin, ondertekening

Slide 6 - Quiz

Leerdoel
Les 12 Hoe schrijf je een formeel bericht?

Je leert hoe je een formeel bericht schrijft.

Slide 7 - Diapositive

Instructie 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Maken
Opdracht 1 t/m 12 , blz. 28 en 29


Slide 19 - Diapositive

Nabespreking

Slide 20 - Diapositive

Begrippen uit deze les
formeel                                                
inhoud bericht
vaste formuleringen
opbouw bericht
inleiding
kern
slot

Slide 21 - Diapositive

Woorden uit deze les
de industrie
het profiel
het verzoek
benaderen
plaatsvinden
plaatselijk
binnenkort

Slide 22 - Diapositive

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Geachte meneer Jansen,
A
formeel
B
informeel

Slide 23 - Quiz

Gaat het in de onderstaande zin om formeel of informeel taalgebruik?

Met mij is alles prima!
A
formeel
B
informeel

Slide 24 - Quiz

Met vriendelijke groet,
Ankalina
A
Formeel, maar fout.
B
Informeel en goed.
C
Formeel en goed.
D
Informeel, maar fout.

Slide 25 - Quiz

Groetjes,
Ankalina
A
informeel en goed
B
formeel en goed
C
informeel en fout
D
formeel en fout

Slide 26 - Quiz

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 27 - Quiz

In een persoonlijke e-mail gebruik je formeel taalgebruik. Je gebruikt dus bijvoorbeeld u
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 29 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 30 - Question ouverte

Nabespreking

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk
Dinsdag 3 oktober - 1e uur

Mk. Opdracht 1 t/m 10, blz. 28 + 29
Lzn. uitleg Belangrijk les 13, blz. 30


Slide 32 - Diapositive