1VWO Media par 2: Betrouwbaarheid

Betrouwbaarheid van een tekst
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Betrouwbaarheid van een tekst

Slide 1 - Diapositive

Waarom is het belangrijk om te weten dat wat je leest ook echt waar is?

Slide 2 - Question ouverte

Waaraan kun je zien of een tekst betrouwbaar is?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Waar komt de tekst vandaan?
Als je een tekst leest, kijk dan eerst waar de tekst vandaan komt (de bron). Dat kan een krant, tijdschrift of website zijn. Een tekst op een serieuze nieuwssite is vaak betrouwbaarder dan een tekst op bijvoorbeeld Facebook.

Slide 5 - Diapositive

Inhoud
Twijfel je al meteen of wat je leest echt waar is, ga dan op zoek naar andere teksten met dezelfde informatie over het onderwerp. Zo kun je bepalen of het waar is of niet. 

Slide 6 - Diapositive

Doel
Let ook op het doel van de tekst. Een schrijver die iets wil verkopen, kun je niet altijd geloven. Hij zal dan alleen de goede dingen vertellen en niet de minder goede.

Slide 7 - Diapositive

Datum 
Als een tekst lang geleden is geschreven, kan het zijn dat inhoud verouderd is en dus niet meer klopt. 

Slide 8 - Diapositive

Taalgebruik
Als er veel spelfouten in een tekst staan, kun je twijfelen aan de betrouwbaarheid. 

Slide 9 - Diapositive

Beelden
Soms word je voor de gek gehouden met beelden. Kijk daarom kritisch of het juist is wat je ziet. 

Slide 10 - Diapositive

Filmpje 
Hypermediateksten 

Slide 11 - Diapositive

Betrouwbaarheid van een tekst
  • Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
  • Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten. 

Slide 12 - Diapositive

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 13 - Diapositive

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 14 - Diapositive

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening

Slide 19 - Quiz

Een tekst met als titel "Red Bull is goed voor je". Geschreven door de directeur van Red Bull. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 20 - Quiz

Een tekst over een griepepidemie geschreven door een arts. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 21 - Quiz

Een tekst over betalen met een pinpas geschreven in 1999. Betrouwbaar of niet?
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 22 - Quiz

Opdracht
Blz. 52-53: Opdracht 2
Lees de theorie van Hypermediateksten

Slide 23 - Diapositive