K6: les 3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Instructie voor klaar zitten start les

• Chromebook 
• Inloggen LessonUp!!!
• Kauwgom uit
• Aantekeningen schrift /blaadje voor je 

Wat gaan we deze les doen?

• Herhaling vorige les 
• K6 les 3 aantekeningen 
• Opdracht 
• De les afsluiten 

Leerdoelen: 

Deze les af:

- Opdracht presentatie 

- K6 les 3: examenvragen 

- K6 les 3: Wat heb je onthouden 

Individu

Ecosysteem

Levensgemeenschap

Populatie

Wat zijn biotische factoren?

1. studie van relaties tussen organismen en hun milieu
2. invloeden van de levende natuur
3. invloeden van de levenloze natuur
4. leefomgeving van een organisme

Het klimaat is een abiotische factor &
Soortgenoten zijn een ook een abiotische factor

1. Juist, juist
2. Onjuist, onjuist
3. juist, onjuist
4. onjuist, juist

Fotosynthese is?

1. Water + koolstofdioxide + licht => glucose + zuurstof
2. Licht + glucose + water => zuurstof + koolstofdioxide
3. Glucose + zuurstof => koolstofdioxide + water + licht
4. Water + glucose + licht => fotosynthese

Fotosynthese =

1. Het maken van eten door mensen
2. Het maken van zuurstof door dieren
3. Het maken van voedsel en zuurstof door planten
4. Het inademen van zuurstof door mensen en dieren

Planten kunnen zich niet aanpassen aan hun leefomgeving

1. Waar
2. Niet waar

Zonplanten hebben weinig licht nodig

1. Juist
2. Onjuist

Waarom heeft een cactus stekels?

1. Bescherming tegen warmte
2. Bescherming tegen droogte
3. Bescherming tegen woestijnwind
4. Bescherming tegen dieren die dorst hebben

Belangrijke data! 

Toetsweek 25-6-2024 biologie 

SE K10 & K6 

Ik heb de leerdoelenlijst op classroom gezet

K6 les 3: Aanpassingen van dieren 

Vleeseters 

Gebit: 

Dieren die andere dieren eten, zijn vleeseters ofwel carnivoren.

Vleeseters jagen meestal op een prooi. Sommige soorten eten kadavers (aas), dieren die al dood zijn. Roofdieren hebben vaak klauwen en hoektanden waarmee ze hun prooi vangen.  Vleeseters hebben meestal een slank en soepel lichaam. Door hun lage gewicht en grote beweeglijkheid kunnen ze goed jagen. Als een vleeseter een prooi gevangen heeft, wordt deze in stukjes geknipt met knipkiezen. Vlees hoeft niet gekauwd te worden en daarom hebben tijgers ook geen maalkiezen.

Verteringsstelsel: 

Vlees is gemakkelijker verteerbaar dan planten. Darmen van vleeseters hoeven daarom niet zo lang te zijn.

Slokdarm:

Het voedsel wordt in grote brokken door de slokdarm naar de maag gestuurd.

Maag:

In de maag wordt het voedsel verteerd.

Darmen:

De darm geeft de voedingsstoffen af aan het bloed. De darm bestaat uit de dunne darm en de dikke darm.

Alleseter 

Gebit: Dieren die zowel planten als dieren eten, zijn alleseters ofwel omnivoren. 

Mensen en varkens zijn voorbeelden van alleseters, deze hebben knobbelkiezen. Het gebit van alleseters is niet geschikt om prooien mee te grijpen en vast te houden. En ook niet om urenlang gras te kauwen. Wel kun je met dit gebit goed fruit en graan eten of kleine stukken vlees fijnmalen. 

Verteringsstelsel:

Alleseters kunnen zowel vlees als plantaardig voedsel verteren.

Ze hebben een verteringsstelsel dat langer is dan dat van een vleeseter, maar korter dan dat van een planteneter. 

Planteneters 

Gebit: 

Dieren die alleen planten eten, zijn planteneters ofwel herbivoren. Planteneters hebben een voordeel: planten lopen niet weg! Maar planten eten heeft ook nadelen: het levert weinig energie.

Een planteneter moet daarom veel eten. Veel zoogdieren zijn planteneters.Planteneters hebben plooikiezen. Planten zijn moeilijk te verteren en geven weinig energie, planteneters moeten veel planten eten om genoeg energie te hebben.

De plooikiezen van planteneters zijn zo gemaakt zodat ze de planten goed kunnen vermalen.

Verteringsstelsel:  

Vogels 

Welk stofje zorgt voor de moeilijke vertering bij de plantencel?

Aan de slag 

• Maak een presentatie in google presentatie 
• Kies per persoon 1 dier. 
• Klaar? Lever je presentatie in op classroom. 

Klaar?

• K6 les 3 Examenvragen 
• K6 les 3 Wat heb je onthouden?

sites.google.com