L'adjectif possessif

  • Voca
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  • Voca

Slide 1 - Diapositive

Dans ce cours...
  • L'article
  • L'adjectif possessif
  • Vocabulaire
  • Wordwall

Slide 2 - Diapositive

La roue
Welk bezittelijk voornaamwoord krijgt het zelfstandig naamwoord?

Slide 3 - Diapositive

L'article défini 
(het bepaald lidwoord)


Le/la/l'/les = de/het
  • le > mannelijk
  • la > vrouwelijk
  • l' > klinker/stomme h
  • les > meervoud

la fille
le garçon
l'ami
les amis

Slide 4 - Diapositive

L'article indéfini 
(het onbepaald lidwoord)


Un/une = een
  • un > mannelijk
  • une > vrouwelijk


une fille
un garçon

Slide 5 - Diapositive

le
la
l'
les
ami
foot
garçons
natation
fille
élève
parents
frère

Slide 6 - Question de remorquage

un
une
soeur
monsieur
chien
amie
maison
garçon

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

L'adjectif possessif 
(het bezittelijk voornaamwoord)
  • Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan, van wie iets is. 
  • Elk bezittelijk voornaamwoord heeft in het Frans 3 vormen: mannelijk, vrouwelijk en meervoud. 
  • In het Frans kijk je niet naar de persoon van wie het is, maar naar het zelfstandig naamwoord dat erachter staat!
  • Aan het lidwoord kan je zien welke vorm je moet kiezen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

L'adjectif possessif
Let op!

  • Son/sa/ses kunnen zijn of haar betekenen. 
  • Sa soeur betekent dus zijn zus of haar zus. 
  • Dit kan je meestal uit de context (de zin) opmaken. 
  • Zo niet, dan kies je zelf de vertaling.

Slide 11 - Diapositive

la mère
A
ton mère
B
ta mère
C
tes mère

Slide 12 - Quiz

un frère
A
son frère
B
sa frère
C
ses frère

Slide 13 - Quiz

le chat
A
mon chat
B
ma chat
C
mes chat

Slide 14 - Quiz

les copains
A
ton copains
B
ta copains
C
tes copains

Slide 15 - Quiz

une cousine
A
son cousine
B
sa cousine
C
ses cousine

Slide 16 - Quiz

les soeurs
A
mon soeurs
B
ma soeurs
C
mes soeurs

Slide 17 - Quiz

tante
grands-parents
père
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses

Slide 18 - Question de remorquage

... grand-père
A
son
B
sa
C
ses

Slide 19 - Quiz

... copines
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 20 - Quiz

... famille
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 21 - Quiz

... mère
A
son
B
sa
C
ses

Slide 22 - Quiz

... anniversaire
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 23 - Quiz

... frères
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 24 - Quiz

Bonjour! Moi, je suis Mica!
ma cousine
ma grand-mère
mon père
ma tante
mon oncle
Sandra
Pauline
Cédric
Marie
Luc

Slide 25 - Question de remorquage

Vertaal: mijn oom

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal: jouw oma

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal: zijn zussen

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal: mijn tante

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal: jouw ouders

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal: haar vader

Slide 31 - Question ouverte

Présente ta famille!
Welke familieleden heb jij? Schrijf ze op in het Frans. Gebruik het bezittelijk voornaamwoord!

Slide 32 - Question ouverte

Wordwall
Op de volgende dia staat een link naar een spelletje op Wordwall. Doe het spelletje een keer!
  • Labelled diagram: Ma famille

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien